Het ene forum is het andere niet – Van Boedapest naar Amsterdam

door Jaap Hoeksma, Steve Austen en Frederike Beltjes

Amsterdam bakermat Europese democratie

Nauwelijks drie maanden na de oprichting in 1992 van de Europese Unie werd in het Amsterdamse Felix Meritis (Europees centrum voor Kunst en Wetenschappen) een spel over Europese democratie gelanceerd. Het spel liep op de werkelijkheid vooruit, omdat het Verdrag van Maastricht weliswaar een burgerschap van de Unie invoerde, maar met geen woord over Europese democratie sprak. Volgens ‘Maastricht’ was democratie alleen een zaak van de lidstaten. Het spel had een zaadje geplant.

Vijf jaar later werd tijdens de Top van Amsterdam besloten dat de EU zelf ook democratisch ingericht moest worden. Amsterdam als bakermat van de Europese democratie!

EU geen Staat
Staatkundige processen nemen hun tijd. Het duurde bijna vijfentwintig jaar voor duidelijk werd hoe de Europese democratie er in de praktijk uit ziet. De belangrijkste reden voor deze aanhoudende onduidelijkheid is dat het concept democratie sinds de 16e eeuw steevast wordt gekoppeld aan het begrip staat. Wij zijn sinds mensenheugenis gewoon te denken dat het idee democratie alleen binnen de context van een soevereine staat tot ontwikkeling kan komen. De Europese Unie is echter geen ‘Staat’. Dat komt internationaal tot uiting in het feit dat de EU geen lid van de Verenigde Naties is én in de uitspraak van het EU Hof van Justitie uit 2014 dat de EU naar haar aard niet als een ‘Staat’ kan worden aangemerkt.

Tijdens een debat over de toekomst van de Europese Unie op 4 september 2019 op Campus di Ravenna van de Universiteit van Bologna met o.a. de vroegere Commissievoorzitter (1999-2004) Romano Prodi en Steve Austen, benadrukte Prodi de uniciteit van de Europese Unie door te wijzen op enkele markante verschillen in de inrichting van de Verenigde Staten en de Europese Unie. Austen citeerde Herman van Rompuy, van 2009 – 2014 de eerste gekozen voorzitter van de Europese Raad, die de Europese Unie beschreef als “ iets oorspronkelijks, iets unieks, dat als de grootste ruimte van democratie, vrijheid, voorspoed en sociale rechtvaardigheid op aarde beschouwd moet worden”.

We the People
De onzekerheid die uit de botsing van bovenstaande begrippen voortkomt, is treffend beschreven door de historicus Geert Mak. Aan het slot van zijn in 2004 verschenen boek ‘In Europa’ concludeert hij dat de EU iets unieks is. Het is geen imperium, geen federatie en ook geen statenbond, maar het valt niet te zeggen wat de Unie wel is. Het Forum on European Culture, dat van 17-20 september 2020 in Amsterdam wordt gehouden, probeert een antwoord te vinden door te onderzoeken of er misschien een Europees volk is. Kunnen de mensen in Europa zich naar Amerikaans voorbeeld omschrijven als ‘We the People’ en kan dat gevoel van verbondenheid de basis voor een Europese democratie vormen?

Republiek Europa
Een bezwaar tegen deze redenering is dat geprobeerd wordt om via de achterdeur binnen te halen, wat langs de voordeur niet lukt. Volgens de Verenigde Naties en het Europese Hof is de EU weliswaar geen staat, maar als aangetoond kan worden dat er wel een Europees volk is, kan in theorie wel geclaimd worden dat er een Europese staat moet komen. Deze gedachtegang wordt het verst doorgetrokken door de Duitse schrijfster Ulrike Guérot die stelt dat de lidstaten van de EU ‘gedeconstrueerd’ moeten worden om uit naam van de burgers een Europese Republiek op te richten.

Een democratische Unie van democratische Staten
De vraag kan ook anders worden gesteld. Kan de EU democratisch functioneren zonder een staat te vormen? Deze vraag is opgeworpen door de nestor van de EU-critici Jürgen Habermas. Het proefschrift, waarop Kathalijne Buitenweg in 2016 aan de UvA promoveerde, is richtinggevend. Zij toont namelijk aan dat het Europees Parlement in de loop der jaren ‘representatieve autonomie’ heeft verworven. Haar visie werd drie jaar later door het EU Hof van Justitie bekrachtigd. Het Hof concludeerde zelfs dat de EU op grond van het Verdrag van Lissabon over een autonome democratie beschikt.

De jurisprudentie van het Hof illustreert de stelling van Mak dat de EU iets unieks is. Het Verdrag van Lissabon richt de EU in als een organisatie van democratische staten die zelf ook een democratie vormt. De EU vormt daarom een ‘democratische Unie van democratische Staten’. Het bestaan van een Europees volk of een op dat volk gebaseerde Europese Staat is dus geen voorwaarde voor het democratisch functioneren van de EU. De taak waar de EU nu voor staat, is tweeledig: het gaat enerzijds om de versterking van het democratisch karakter van de Unie en anderzijds om handhaving van de constitutionele democratieën van de afzonderlijke lidstaten. Uitdieping van deze vraagstelling tijdens het aanstaande Forum on European Culture biedt Amsterdam de mogelijkheid om zich in de toekomst te presenteren als ‘bakermat van de Europese democratie’.

AMSTERDAM, Europa, democratie en cultuur, een langjarige relatie
Het is niet de eerste keer dat er in Amsterdam een Forum over Europa en Cultuur wordt gehouden. Zo waren in 1984 de toenmalig Balie-directeur Felix Rottenberg en Steve Austen als directeur Nederlands Theater Instituut, betrokken bij intensieve en heftige debatten over nu nog steeds actuele Europese vraagstukken zoals migratie, discriminatie, jongerencultuur, werkloosheid, vrije tijd en de functie van de politieke tekenaar.

Het European Artists Forum dat in 1987, eveneens in Amsterdam, mede op initiatief van Günter Grass werd gehouden was op zijn beurt het vervolg op het Europees Cultuurforum dat in 1985 plaatsvond in Boedapest als uitvloeisel van de Slotakte van Helsinki (1975), waarin de twee toenmalige machtsblokken van de Koude Oorlog, aangevoerd door de VS en de Sovjet-Unie, na de twee jaar durende Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa, afspraken hadden vastgelegd over mensenrechten, fundamentele vrijheden en een begin van culturele uitwisseling tussen ‘het Oostblok’ en ‘het Westen’.

Erich Honecker ondertekent namens de DDR onder het toeziend oog van de Amerikaanse president Gerald Ford

De sfeer op deze door kunstenaars – vooral schrijvers –, diplomaten en technocraten bezochte conferentie over ‘culturele vrijheid en samenwerking’ is door de Nederlandse deelnemer, de schrijver J. Bernlef treffend samengevat als ‘Schrijven of onderschrijven’. Van half oktober tot eind november bood de strak georkestreerde agenda geen ruimte voor informele uitwisseling van ideeën of blijken van al te grote vrijheid van meningsuiting of individueel denken.

Het mag dan ook niet verbazen dat een aantal schrijvers en intellectuelen voorafgaand aan de opening van de conferentie een informeel tegenforum hadden georganiseerd. Omdat de Hongaarse veiligheidsdiensten alle hotels hadden verboden ruimte beschikbaar te stellen kwamen mensen als Susan Sontag, Danilo Kis, Hans Magnus Enzensberger, Timothy Garton Ash, György Konrád en Günter Grass bij elkaar in privéwoningen, waar ze staand of op de grond zittend spraken over censuur en zelfcensuur en over een plan dat Günter Grass als officiële leider van de West-Duitse delegatie wilde indienen.

Het tijdens de formele conferentie door Günter Grass ingebrachte voorstel om, geheel in lijn met de Slotakte van Helsinki, een Gesamteuropäische Kulturstiftung in het leven te roepen kreeg veel steun, maar werd uiteindelijk door de tegenstemmen van de Verenigde Staten en Roemenië afgeserveerd.

Twee jaar later kon Grass’ visionaire idee toch, op bescheiden schaal, werkelijkheid worden. Als onderdeel van Amsterdam Culturele Hoofdstad van Europa organiseerde Steve Austen o.a. samen met Roberto Payer en Max Wagener in het Hilton Hotel het eerste Europese Kunstenaars Forum. Gedurende een volle week hadden 28 kunstenaars en intellectuelen uit 20 landen uit oost en west gelegenheid met elkaar te discussiëren over wenselijkheid en vorm van Grass’ voorstel. Op 14 december 1987 werd met een door allen ondertekend manifest de “informal working body Gulliver” opgericht, een onafhankelijke en informele Europese denktank van kunstenaars en intellectuelen, die zich uitdrukkelijk aan de uitgangspunten van de Raad van Europa wilde conformeren.

In de woorden van het latere Gulliver-lid Dragan Klaic: “Gulliver is een platform en een instrument tegen benepenheid, provincialisme en kwezelarij. En zijn symbolische naam, met die bijklank van openheid, avontuur en onderzoek, heeft tot aanzienlijke praktische gevolgen geleid. Precies zoals Günter Grass, Gullivers geestelijke vader, dat in 1985 voor ogen moet hebben gehad.”

Stonden de eerste jaren tegen en na het einde van de Koude Oorlog nog vooral in het teken van grote Europese Gulliver-bijeenkomsten, o.a. in Leningrad (1990), Boekarest (1991) en Istanbul (1993), geleidelijk aan werd het druk gebruikte mobiliteitsprogramma voor jonge kunstenaars, Gulliver Connect, prominenter.

Gulliver werd gevestigd in het toen juist opgerichte Felix Meritis, Europees Centrum voor Kunst en Wetenschappen, en is in 2004 ondergebracht in de EEIG ‘A Soul for Europe’, waarvan Felix Meritis Foundation, de stichting achter Felix Meritis Connecting Cultures, een van de oprichters is. A Soul for Europe is een netwerk van jonge Europeanen, kunstenaars, Europarlementariërs, journalisten, politici en beleidsmakers ter bevordering van de rol van cultuur in het Europese eenwordingsproces, dat door de initiatiefnemers beschouwd wordt als een cultureel proces.

Safe the date voor de volgende bijeenkomst van A Soul for Europe op 8 en 9 november in Berlijn over “The New Culture of Common Responsibilities for a Europe bottom up”.

COVID MATTERS?
“Lokaal versus internationaal” stond op de agenda van de op 2 september jl. in Amsterdam georganiseerde bijeenkomst ‘Internationale culturele samenwerking: in pauzestand of stroomversnelling?’ Verondersteld werd kennelijk dat COVID-19 tot nogal ingrijpende en zelfs structurele disrupties zou kunnen leiden in de omgang met onze medeburgers in en buiten de Europese Unie.

Elif Shafak – Ills.: Joseph Sassoon Semah

Als bijdrage aan het pandemonium aan misverstanden dat de coronacrisis bij kleine en grotere kunstbedrijven oproept verwijzen wij u graag naar het door Linda Bouws geschreven artikel over het boek ‘Zo houd je moed in een tijd van verdeeldheid’ van Elif Shafak.

Elif Shafak: ‘We kunnen niet terugkeren naar de situatie voor de pandemie. We hebben de keuze tussen het nationalisme, de ‘eigen volk eerst’-benadering of de weg naar internationale communicatie en samenwerking.’

WHAT DID YOU DO TODAY TO IMPROVE YOUR EUROPEAN CITIZENSHIP?

Amsterdam, bakermat van de Europese democratie

door mr Jaap Hoeksma, Europadeskundige, rechtsfilosoof en publicist

Nauwelijks drie maanden na de oprichting in 1992 van de Europese Unie werd in het Amsterdamse Felix Meritis (Europees centrum voor Kunst en Wetenschappen) een spel over Europese democratie gelanceerd.1 Het spel liep op de werkelijkheid vooruit, omdat het Verdrag van Maastricht weliswaar een burgerschap van de Unie invoerde, maar met geen woord over Europese democratie sprak. Volgens ‘Maastricht’ was democratie alleen een zaak van de lidstaten. Het spel had een zaadje geplant.

Vijf jaar later werd tijdens de Top van Amsterdam besloten dat de EU zelf ook democratisch ingericht moest worden. Amsterdam als bakermat van de Europese democratie!

EU geen Staat
Staatkundige processen nemen hun tijd. Het duurde bijna vijfentwintig jaar voor duidelijk werd hoe de Europese democratie er in de praktijk uit ziet. De belangrijkste reden voor deze aanhoudende onduidelijkheid is dat het concept democratie sinds de 16e eeuw steevast wordt gekoppeld aan het begrip staat. Wij zijn sinds mensenheugenis gewoon te denken dat het idee democratie alleen binnen de context van een soevereine staat tot ontwikkeling kan komen. De Europese Unie is echter geen ‘Staat’. Dat komt internationaal tot uiting in het feit dat de EU geen lid van de Verenigde Naties is én in de uitspraak van het EU Hof van Justitie uit 2014 dat de EU naar haar aard niet als een ‘Staat’ kan worden aangemerkt.2

We the People
De onzekerheid die uit deze botsing van begrippen voortkomt, is treffend beschreven door de historicus Geert Mak.3 Aan het slot van zijn in 2004 verschenen boek ‘In Europa’ concludeert hij dat de EU iets unieks is. Het is geen imperium, geen federatie en ook geen statenbond, maar het valt niet te zeggen wat de Unie wel is. Het Forum on European Culture, dat van 17-20 september 2020 in Amsterdam wordt gehouden, probeert een antwoord te vinden door te onderzoeken of er misschien een Europees volk is. Kunnen de mensen in Europa zich naar Amerikaans voorbeeld omschrijven als ‘We the People’ en kan dat gevoel van verbondenheid de basis voor een Europese democratie vormen?

Republiek Europa
Een bezwaar tegen deze redenering is dat geprobeerd wordt om via de achterdeur binnen te halen, wat langs de voordeur niet lukt. Volgens de Verenigde Naties en het Europese Hof is de EU weliswaar geen staat, maar als aangetoond kan worden dat er wel een Europees volk is, kan in theorie wel geclaimd worden dat er een Europese staat moet komen. Deze gedachtegang wordt het verst doorgetrokken door de Duitse schrijfster Ulrike Guérot die stelt dat de lidstaten van de EU ‘gedeconstrueerd’ moeten worden om uit naam van de burgers een Europese Republiek op te richten.4

Een democratische Unie van democratische Staten
De vraag kan ook anders worden gesteld. Kan de EU democratisch functioneren zonder een staat te vormen? Deze vraag is opgeworpen door de nestor van de EU-critici Jürgen Habermas.5 Het proefschrift, waarop Kathalijne Buitenweg in 2016 aan de UvA promoveerde, is richtinggevend. Zij toont namelijk aan dat het Europees Parlement in de loop der jaren ‘representatieve autonomie’ heeft verworven.6 Haar visie werd drie jaar later door het EU Hof van Justitie bekrachtigd. Het Hof concludeerde zelfs dat de EU op grond van het Verdrag van Lissabon over een autonome democratie beschikt.7

De jurisprudentie van het Hof illustreert de stelling van Mak dat de EU iets unieks is. Het Verdrag van Lissabon richt de EU in als een organisatie van democratische staten die zelf ook een democratie vormt. De EU vormt daarom een ‘democratische Unie van democratische Staten’.8 Het bestaan van een Europees volk of een op dat volk gebaseerde Europese Staat is dus geen voorwaarde voor het democratisch functioneren van de EU. De taak waar de EU nu voor staat, is tweeledig: het gaat enerzijds om de versterking van het democratisch karakter van de Unie en anderzijds om handhaving van de constitutionele democratieën van de afzonderlijke lidstaten. Uitdieping van deze vraagstelling tijdens het aanstaande Forum on European Culture biedt Amsterdam de mogelijkheid om zich in de toekomst te presenteren als ‘bakermat van de Europese democratie’.

Jaarverslag 2019

I.v.m. de coronacrisis heeft het bestuur van de stichting het besluit genomen de uiterste publicatietermijn van de jaarcijfers van 2019 met 4 maanden te verlengen (conform het verleende uitstel van de belastingdienst) zodat de focus in eerste instantie gericht kan zijn op het in goede banen leiden van de activiteiten van het huidige jaar.

Intensive Dutch Language Course 2020, now Corona proof. Do use the lockdown to get your diploma through distance learning!

The University of Amsterdam’s Institute for Dutch Language Education (INTT) and The Amsterdam Summer University (AMSU) present the 2020 season of the Intensive Dutch Language Course, from 3-21 August 2020.

Due to COVID-19, this 29th Intensive Dutch Language Course will be offered as a distance learning course, and can be studied from anywhere across the globe.

The teaching practice and didactic approach have been adapted to the extraordinary circumstances we are now living in; the course content and learning outcomes have not changed.

Practical information

Target group: Higher educated foreign language speakers
Class size: Approx. 18
Language of instruction: Absolute beginners’ level: Dutch and English. Other levels: Dutch
Workload per week: Four 4-hour classes and between 12-16 hours of self-study
Course duration: 3 weeks
Period: 3-21 August 2020

Course fee

The course fee is € 1175 and covers all study material used during the course (but not the textbooks mentioned below). Due to the great demand for this course only immediate payment will secure your participation in this course. Reservations are not possible.

Why this language course?

Some reasons why you should consider applying to this course.

  • Use this lockdown for learning and connecting
  • Applicants get a serious and exciting professional experience
  • A proven methodology is part of the success
  • This course only takes a few weeks
  • Working in small groups
  • Get to know professionals from all over the globe
  • After successful completion you receive a certificate from the University of Amsterdam

Online language level assessment

In the weeks preceding the course each participant’s level of command of the Dutch language will be assessed to make sure everyone is placed in the appropriate group.

Forms of instruction and learning

This three-week full-time course is taught using a combination of video calling, individual feedback and studying the offered course-material. This course is available on six different levels, from Absolute Beginner (CEFR 0) to Advanced (CEFR B2).

A distance learning lesson consists of two parts:

  • Synchronous learning: real-time contact with your fellow students and your teacher in online classes (approx. two hours per session).
  • Asynchronous learning: going through course materials independently and doing online tasks and exercises on Canvas, the UvA’s online learning environment.

Together these parts add up to a four-hour lesson. These lessons will take place as scheduled on Monday, Tuesday, Thursday and Friday, from 09:00 – 13:00 (CET).

Certificate

After successful completion you receive a certificate from the University of Amsterdam

Apply for this course

(You will be redirected to the AMSU website.)

Questions?

You can contact us at
✉️ Office@amsu.edu
? +31 (0)20-737 18 28

This is what former students have to say about our Dutch language course

From India: “Very experienced teachers, learning by doing really sticks in the brain.”

From Spain: “Very well organized, high quality of the teachers, very intensive.”

From Germany: “You are quickly getting a feel for the Dutch language.”

From Croatia: “I learned huge amounts of vocabulary in only three weeks, in a very friendly atmosphere and through a very well-organized program.”

Brief introduction of the levels offered

Level 1: Absolute Beginners: For students without any knowledge of Dutch whatsoever.

Level 2: Beginners: For students who do understand some Dutch but are (almost) incapable of making themselves understood in Dutch.

Level 3: Pre-intermediate: For students with a global understanding of simple everyday Dutch, capable of making themselves understood in simple everyday Dutch that is still full of mistakes.

Level 4: Intermediate: For students with a reasonable understanding of simple everyday Dutch and of Dutch used in the media, capable of making themselves understood in simple everyday Dutch with many mistakes.

Level 5: Pre-Advanced: For students with a good understanding of everyday Dutch and of Dutch used in the media. Capable of making themselves understood in everyday Dutch but with quite a few mistakes.

Level 6: Advanced: For those who have a thorough understanding of everyday Dutch and a good understanding of Dutch at an academic level. They can express themselves in spoken and written Dutch in most everyday and professional situations but still make systematic mistakes.

Those who have no problems understanding Dutch at an academic level are too advanced for these courses. This program is NOT meant for foreigners intending to do a regular 4 year-study at the University of Amsterdam.

Apply for this course

(You will be redirected to the AMSU website.)

 

Description of the six levels of this course 

Absolute beginners

For those without any knowledge of Dutch whatsoever.

Contents/Objectives
The main objectives of the course are:
a) to help participants acquire a basic vocabulary of Dutch
b) to enable participants to globally understand simple spoken and written Dutch
c) to teach participants to make themselves understood in elementary spoken and written Dutch

Textbook
Heijne, N.C. e.a., CODE+ deel 1: 0-A1 / Basisleergang Nederlands voor anderstaligen, ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2018. ISBN 9789006978308 (textbook + voucher). Let op: derde druk, eerste oplage, 2018

Classroom activities
– watching video fragments;
– listening to audio fragments;
– preparatory exercises for communicative tasks;
– communicative exercises

Beginners

For those who do understand some Dutch but are (almost) incapable of making themselves understood in Dutch.

Contents/Objectives
The main objectives of the course are:
a) to help participants acquire a basic vocabulary of Dutch
b) to enable participants to globally understand simple spoken and written Dutch
c) to teach participants how to make themselves understood in elementary spoken and written Dutch

Textbook
Heijne, N.C. e.a., CODE+ deel 2: A1-A2 / Basisleergang Nederlands voor anderstaligen, ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2018. ISBN 9789006978339 (textbook + voucher). Let op: derde druk, eerste oplage, 2018

Classroom activities
– watching video fragments;
– listening to audio fragments;
– preparatory exercises for communicative tasks;
– communicative exercises

Pre-intermediate

For those with a global understanding of simple everyday Dutch, capable of making themselves understood in simple everyday Dutch that is still full of mistakes.

Contents/Objectives
The aim of the course is:
a) to help participants to extend a basic vocabulary of Dutch
b) to enable participants to understand simple spoken and written Dutch
c) to teach participants how to make themselves understood, in speech as well as in writing

Textbook
Heijne, N.C. e.a., CODE+ deel 3: A2-B1 / Basisleergang Nederlands voor anderstaligen, ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2018. ISBN 9789006978360 (textbook + voucher). Let op: derde druk, eerste oplage, 2018

Classroom activities
– watching video fragments;
– listening to audio fragments;
– preparatory exercises for communicative tasks;
– communicative exercises

Intermediate

For students with a reasonable understanding of simple everyday Dutch and of Dutch used in the media, capable of making themselves understood in simple everyday Dutch with many mistakes.

Contents/Objectives
The aim of the course is:
a) to help participants to extend a basic vocabulary of Dutch
b) to enable participants to understand simple spoken and written Dutch in a variety of familiar contexts
c) to teach participants how to make themselves understood, in speech as well as in writing

Textbook
Heijne, N.C. e.a., CODE+ deel 3: A2-B1 / Basisleergang Nederlands voor anderstaligen, ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2018. ISBN 9789006978360 (textbook + voucher). Let op: derde druk, eerste oplage, 2018

Classroom activities
– watching video fragments;
– listening to audio fragments;
– preparatory exercises for communicative tasks;
– communicative exercises

Pre-Advanced

For students with a good understanding of everyday Dutch and of Dutch used in the media. Capable of making themselves understood in everyday Dutch but with quite a few mistakes.

Contents/Objectives
The aim of the course is:
a) to help participants to extend their vocabulary of Dutch
b) to enable participants to understand simple spoken and written Dutch in a variety of contexts
c) to improve their basic writing and speaking skills.

Textbook
Heijne, N.C. e.a., CODE+ deel 4: B1-B2 / Basisleergang Nederlands voor anderstaligen, ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2018. ISBN 9789006978391 (textbook + voucher). Let op: derde druk, eerste oplage, 2018

Classroom activities
– listening to audio fragments;
– watching video fragments;
– discussion of written texts;
– studying Dutch grammar with follow-up exercises;
– speaking and writing exercises;
– conversation

Advanced

For those who have a thorough understanding of everyday Dutch and a good understanding of Dutch at an academic level. Participants can express themselves in spoken and written Dutch in most everyday and professional situations but still make systematic mistakes. 

Contents/Objectives

The aim of the course is: To improve participants’ writing and speaking skills. Some attention will be paid to reading, listening and extending vocabulary. 

Textbook

Heijne, N.C. e.a.,  CODE+ deel 4: B1-B2 / Basisleergang Nederlands voor Anderstaligen, ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2018. ISBN 9789006978391 (textbook + voucher). Let op: derde druk, eerste oplage, 2018  

Classroom activities

– listening to audio fragments
– watching video fragments
– discussion of written texts
– studying Dutch grammar with follow-ups exercises
– speaking and writing exercises
– conversation

Apply for this course

(You will be redirected to the AMSU website.)

Dancing with uncertainty, June 29 – July 3, 2020

Want to know more about visions and realities in Central & Eastern Europe over the last 30 years? Join our free virtual Summer University in Köszeg, co-organized by our partner ISES (Institute for Social and European Studies) within the framework of the Erasmus+ project ‘Towards an MBA European Culture, Heritage and Citizenship‘.

Apply now

 

The Future University, July 3, 13.00 – 14.30

Do attend the online panel at the closure of Dancing with Uncertainty, with Dion van den Berg, Farid Tabarki and Steve Austen.

Farid, trendwatcher at Studio Zeitgeist, Dion, senior policy adviser at PAX for Peace and Steve, director of MBA CHC at Netherlands Business Academy are involved in various international networks on Culture, Democracy and Higher Education. All three participate in the Erasmus+ program.

Köszeg (Hungary) IN WHAT AND WHOM DO WE TRUST

in what and whom do we trust koszeg hongarije

The Institute for Social and European Studies organises a Winter University on the question: Why are we seeing the rise of post-liberal regimes? What impact does this have on institutional trust at the local, national, and supranational levels? Is this merely a temporary global ‘glitch’ that will deteriorate over time as new challenges emerge?

This Winter University will take place in the beautiful medieval border town of Köszeg in Central Europe. More information

As an appetizer, watch this video of last summer’s course, also part of the Erasmus+ project “Towards an MBA European Culture, Heritage and Citizenship”.

EUROPE ON ITS WAY: Public debate in Ravenna

The seminar “From a divided to an enlarged Europe: an assessment (1989-2019)” held in Ravenna from 2-6 September 2019 as part of the Erasmus+ project “Towards an MBA European Culture, Heritage and Citizenship”, included a round table discussion and public debate.
Romano Prodi (president of the European Commission from 1999-2004) and Steve Austen (Netherlands Business Academy, initiator of the project) reacted on various remarks from the audience.

Most burning concerns were about the future of the EU: will it be the United States of Europe and what is the envisaged final concept? When will the format of the EU be clear and completed?

Mr. Prodi pointed out that those who wish to compare the EU with the US should have a closer look to those factors that make the US a successful federation. Characteristics the US do have and the EU doesn’t, are the common language for instance, as well as the shared heritage of its inhabitants and the absence of a history of strong nation states. Mr. Prodi also mentioned that unlike the EU, the governments of federal states do spend enormous sums of taxpayers’ money at the level of the central federal government. Finally, Mr. Prodi underlined that those that feel comfortable with their federation don’t feel the need of thinking about alternatives, they therefore are convinced that their government is the best in the world.

In addition, Steve Austen referred to a speech of Van Rompuy stating that the Union does not resemble any other existing form of state. It is not a nation state, not a federation nor a confederation, it is something completely new that cannot be found anywhere else in the world. It is ‘something original, something unique, and should be regarded as the largest area of democracy, freedom, prosperity and social justice in the world’¹.

Following the analysis of Jaap Hoeksma²: It is a developing political entity that differs not only from familiar forms of the state, but also from familiar international organisations, be they supranational, intergovernmental or multilateral. The unique and specific character of the EU is expressed in the application of the concept of the democratic constitutional state to an international organisation, thereby providing a framework for the extension of the European citizenship that is known to all citizens. The framework of the democratic constitutional state they have been familiar with for a long time, or have been gradually getting to know since the fall of the Wall and joining the EU, now applies to the territory of the Union as a whole and is guaranteed by the Treaty of Lisbon.

[1] Intervention by Herman Van Rompuy, former President of the European Council, at the ceremony on the occasion of the entry into force of the Lisbon Treaty, Lisbon, 1 December 2009.

[2] Jaap Hoeksma: The Theory of Democratic Integration. Constructing the EU as a Union of States and Citizens. Wolf Legal Publishers, ISBN: 9789462404595.

Herinneringen aan György Konrád

Door Steve Austen

Op 24 april 1987 hebben Linda Bouws en ik György Konrád voor het eerst ontmoet. Hij was in Amsterdam om zijn uitgever Rob van Gennep te bezoeken die de afspraak geregeld had. Linda en ik wilden hem strikken voor de bijeenkomst van het Europees Kunstenaars Forum dat later dat jaar in het kader van “Amsterdam Culturele Hoofdstad van Europa, een toekomst voor ideeën” in het Hilton hotel zou plaatsvinden. Konrád stemde toe en kondigde aan te zullen spreken over het “Midden-Europese zelfbeeld”, de Midden-Europese identiteit zouden we nu zeggen.

György Konrád op 17 mei 2008 tijdens de receptie in de ambtswoning ter gelegenheid van zijn 75ste verjaardag. Konrád verbleef enige dagen in Amsterdam als gast van Felix Meritis in het kader van 20 Jaar Gulliver.

Toen de datum van de bijeenkomst naderde bleek plots dat de Hongaarse autoriteiten deze keer geen paspoort wilden verstrekken. Door de informele contacten van enige hoge ambtenaren van WVC met collega’s in Hongarije kon Konrád, zij het met enige vertraging, alsnog de nodige papieren ontvangen waardoor hij weliswaar het Kunstenaars Forum miste maar wél zijn voorgenomen voordracht voor een volle zaal in het Hilton hotel kon houden. Bij die gelegenheid sprak hij Duits, met een onmiskenbaar Hongaars accent. Ik heb wel eens gedacht dat zijn onweerstaanbare opkomst in Nederland niet alleen met zijn vroege ontdekking door Rob van Gennep en het succes van zijn romans te maken had, maar zeker ook met zijn charismatische persoonlijkheid. Hij werd pas echt wereldberoemd in Nederland toen Wim Kayzer een avondvullend interview met hem had uitgezonden.

Toen, in 1987, was er nog geen sprake van enig optimisme over de op handen zijnde snelle veranderingen in Midden- en Oost-Europa. Letterlijk zei Konrád toen dat er van een post- communistische democratie nog geen spoor te bekennen viel. Niet lang daarna ontmoette ik Konrád weer, nu op uitnodiging van Günter Grass, die zojuist met een twintigtal anderen, kunstenaars en intellectuelen, tijdens het Europees Kunstenaars Forum in Amsterdam The informal working body Gulliver had opgericht. Het in vele opzichten gedenkwaardige gesprek vond plaats in de Akademie der Künste (AdK) in (toen nog) West-Berlijn waarvan Grass de voorzitter (President) was. Het gesprek waaraan onder meer ook Luigi Nono en Andrej Voznesensky deelnamen, moest ertoe leiden dat de Akademie der Künste zich actiever dan ooit zou gaan inzetten voor de door Grass zo bepleite oost-west dialoog. In die tijd nog een erg omstreden gedachte, zeker voor een deftige instelling als de Akademie. Het duurde dan ook niet lang of Grass’ mandaat werd niet verlengd. De Akademie sliep in en is pas na een pijnlijke fusie met de Oost-Duitse zusterinstelling op het idee gekomen dat er misschien toch wel iets school in de ideeën van Grass c.s. Ik kan dan ook niet ontkennen dat ik enigszins geamuseerd reageerde toen György Konrád mij enige jaren later deelgenoot maakte van het aan hem gerichte verzoek om de nieuwe President van de AdK te worden. Hij zou de eerste niet-Duitse voorzitter van deze eminente Duitse instelling zijn en bovendien Joods. Hij vond het een eer, maar vroeg zich af of het zijn kunstenaarschap was dat tot dit verzoek had geleid of dat er andere motieven waren. We spraken af elkaar weer te ontmoeten in Berlijn wanneer alles in kannen en kruiken zou zijn.

Toen hij eenmaal benoemd was hebben we elkaar veelvuldig ontmoet in Berlijn, Boedapest en Amsterdam, waar hij regelmatig te gast was in Felix Meritis. Een week voor de toetreding van Hongarije tot de Europese Unie in mei 2004 heb ik een wat langer gesprek met hem gevoerd dat in retrospectief een zeer goed beeld geeft van de optimistische stemming die er in heel Europa, de oude en de nieuwe lidstaten, heerste. Ik was vooral nieuwsgierig naar zijn mening over het vraagstuk van de identiteit, waarbij ik mij niet aan de indruk kon onttrekken dat Konrád een bij vlagen wel erg positief mensbeeld had.
Zo herinner ik me een nogal heftig gesprek van enige jaren daarvoor over Amsterdam en Boedapest, waarbij hij uiteindelijk concludeerde dat de identiteit van de stad vooral wordt bepaald door de mensen die er leven.

“De grootte van de stad doet er niet zoveel toe, als er ‘grote’ persoonlijkheden wonen is de stad groot natuurlijk. Om iets te kunnen zeggen over de innerlijke vrijheid van de burgers moet je meer weten. Welke rol speelt de reformatie bijvoorbeeld. Leven de Nederlanders in het algemeen met meer innerlijke conflicten dan de Vlamingen? Of juist minder? Hoe dan ook, je kunt constateren dat de burgers van Amsterdam een volwassen pragmatisme aan de dag leggen; voor mijzelf blijkt dat heel duidelijk uit de manier waarop hier met softdrugs wordt omgegaan. Het respect voor de privésfeer; wat iemand drinkt of rookt of eet is ieders eigen zaak, ik vind dat van groot belang. Misschien stel ik het wat mooier voor dan het is, maar ik hecht groot belang aan de rechtsfilosofische opvattingen die aan een dergelijke houding ten grondslag liggen. Namelijk dat er in het algemeen geen reden is mensen te straffen voor iets waarmee zij anderen geen schade berokkenen. Of zij zichzelf benadelen is geen reden voor de staat om straf op te leggen. Het doen van een zelfmoordpoging leidt in Nederland meestal tot opname in een ziekenhuis en niet tot opname in de gevangenis. Of iemand alcoholist is of te veel chocolade eet of drie pakjes sigaretten per dag rookt blijft in principe zijn eigen verantwoordelijkheid, zo is dat ook in vele andere kwesties. Amsterdam gaat daar op een heel rustige manier mee om en met gevoel voor humor. Misschien dat deze of gene Amsterdammer klaagt dat er te weinig solidariteit is, maar dan moet men bedenken dat tolerantie twee componenten heeft: autonomie en inderdaad solidariteit of vriendschap zo men wil.

Burgemeester Job Cohen feliciteert Konrád met zijn 75ste verjaardag.

Ik kan het niet beoordelen omdat ik niet in Amsterdam woon, maar het kan heel goed zijn dat de echte vriendschap, de ‘Komplizenschaft’ in Amsterdam, dat al eeuwenlang een normale concurrentiemaatschappij is, minder beoefend wordt dan in Midden-Europa. Overigens waren het altijd weer de Nederlanders die in internationale bijeenkomsten waaraan ik deelgenomen heb zich het meest openstelden voor het idee dat naast de economische samenwerking in Europa, de culturele integratie toch ook van groot belang is. Dat is op zichzelf niets nieuws, ook in de tijd van Erasmus waren de Nederlanders geïnteresseerd in culturele samenwerking. Ik ben ervan overtuigd dat Nederland een nogal open samenleving is, nieuwsgierig en kritisch. Valt er eigenlijk voor de Nederlanders nog wat op te steken van de ervaringen van de nieuwe Europese medeburgers uit Midden-Europa? Bijvoorbeeld op het gebied van het zelfonderzoek?

Dat prettige gevoel van continuïteit dat in Nederland bij veel niet-joodse burgers aanwezig is, is in Midden- en Oost-Europa onbekend. Daar heeft men moeten leven met de realiteit dat de normen en waarden van vandaag de verschrikkingen van morgen kunnen zijn. Een leven dat onderhevig is aan een wetmatige discontinuïteit met het verleden kan ook een zekere kracht ontwikkelen. Iemand die alles al eens is kwijtgeraakt is er niet zo snel meer bevreesd voor nog eens iets kwijt te raken. Kleine onderbrekingen in iemands carrière zijn minder zorgwekkend voor iemand die al eens in de gevangenis terecht is gekomen. In zo’n geval beschik je over een grotere soevereiniteit. Je kunt zeggen: mij kan niets gebeuren, ik kan alles aan.

Dat verklaart misschien ook wel waarom in Midden- en Oost-Europa zo veel kunstenaars en intellectuelen na de ineenstorting van het communisme leidende posities in de samenleving hebben ingenomen. Zij konden zich in hun nieuwe rol snel thuis voelen omdat zij sterke persoonlijkheden waren. Omdat zij kennis hadden gemaakt met vervolging en onderdrukking en desondanks hun eigen weg gegaan zijn, zullen zij zich niet zo snel laten beïnvloeden door toevallige omstandigheden, maar zullen ze zelf de omstandigheden mede bepalen.

Het valt me op dat in de westerse samenlevingen veel meer sprake is van een zekere clichématige aanpassing. Men hoeft ten slotte niet alles te geloven wat de kranten schrijven. Men hoeft ook niet noodzakelijkerwijze zich aan een situatie aan te passen, pluriformiteit betekent tenslotte dat er altijd meerdere oplossingen mogelijk zijn, ook de minder voor de hand liggende.

Men moet de moed hebben steeds weer de eigen beslissingen ter discussie te stellen, de consensus die men bereid is te accepteren toch ook met enige scepsis te bejegenen. Dat vereist natuurlijk een zelfbewustzijn dat beter ontwikkeld is naarmate men meer geconfronteerd is geweest met zeer uiteenlopende levensomstandigheden. Er schuilt een zeker gevaar in te veel zelfgenoegzaamheid. De vrees voor het verliezen van een goede positie kan ertoe leiden dat men deel wordt van de overheid, dat men te voorzichtig wordt als het ware. Het behouden en ontwikkelen van een zekere burgerlijke onafhankelijkheid is noodzakelijk om de aanpassing aan vreemde overheersing te voorkomen. Misschien is het wel belangrijker voor het ontwikkelen van een soevereine persoonlijkheid dat men meer aandacht leert schenken aan de kwaliteit van de dingen die men doet dan aan het succes dat er mee te behalen valt. Ons bewustzijn zal complexer worden, de toekomst zal leren dat er in dat opzicht geen verschil meer zal bestaan tussen een inwoner van Amsterdam of Boedapest.”

En dan nu Europa, vraag ik hem; over een week is ook Hongarije lid van de Europese Unie.
We lunchen in het restaurant van de Hongaarse “Buchmesse”. Konrád geeft wederom blijk van zijn zeer menselijk optimisme, zij het dat hij eraan toevoegt dat zijn antipolitieke uitgangspunt oproept tot ironische oplettendheid, daarom bevalt hem de constitutionele beperking die de Europese Unie de lidstaten noodzakelijkerwijze oplegt.

Konrád met Cees Nooteboom en Job Cohen. In 2008 was Cees Nooteboom lid van de Akademie der Künste in Berlijn, waarvan Konrád op dat moment President was.

“Het mooie van de Unie is dat wat de lokale of nationale ambities van de lidstaten ook mogen zijn, ze uiteindelijk zullen leiden tot zoiets als een gezamenlijke Europese ambitie. Voor Hongarije betekent dat het vooruitzicht van grotere veiligheid en vrijheid, een weidsere horizon en rijkere ervaringen.”

Om zijn pleidooi te onderstrepen wijst hij erop dat we in Europa over meer dan voldoende lokale en landelijke politici beschikken maar nog nauwelijks over Europese in de ware zin van het woord. Voor zover deze politici gedreven worden door lokaalpopulisme zullen ze op den duur hun verkiezingsretoriek moeten vervangen door Europese fraseologie. Volgens Konrád is daar op zichzelf niets mis mee. Alle politici die direct of indirect, via hun regeringsleiders, aan het Europees besluitvormingsproces deelnemen, zitten immers in hetzelfde schuitje. Het valt niet uit te sluiten dat juist dit proces, waarin binnenlandse politiek moet veranderen in buitenlandbeleid om vervolgens Europees te worden, juist door de noodzaak van pragmatische compromissen zal leiden tot maatregelen die in hoge mate eerlijk en rechtvaardig zijn.

Konráds optimisme gaat echter niet zo ver dat hij van de toetreding tot de Europese Unie enige heil en zegen verwacht voor de culturele en intellectuele sector. Hij wijst er terecht op dat tot heden, dit beleidsterrein het enige is dat uitgesloten is van substantiële Europese steun.
Zolang de bestedingen van de Unie op het gebied van kunst en cultuur minder bedragen dan een promille van de Europese begroting, kan men de inspanningen van de Unie op dit terrein niet serieus nemen. Terwijl, zoals Konrád hier met volle overtuiging aan toevoegt, de cultuur toch het bindend element van de Unie vormt en niet de economie of de politieke samenwerking. De cultuur heeft Europa gevormd tot wat het is. De rol die literatuur, ook de religieuze geschriften, door de eeuwen in Europa heeft gespeeld en nog speelt is daar in hoge mate debet aan.

“Het is niet zozeer de geografische omvang die Europa zijn betekenis zal geven, het gaat veel meer om de geestkracht die Europa kan ontwikkelen, het gebruik dat Europa zal maken van zijn pluralistische tradities en zijn intellectuele mogelijkheden. Het gaat in de wereld van vandaag tenslotte niet meer om een economische en militaire machtsstrijd maar veeleer om een machtsstrijd van de geest. Hoe groot de Europese Unie ook wordt, voorlopig is aan de uitbreiding nog geen eind gekomen. De betekenis zal vooral afhangen van ons optreden, ons gedrag, of we nieuwsgierig zijn naar wat er zich in de wereld om ons heen afspeelt, zowel op macro- als op microniveau, als het er op aankomt naar de wereld van een enkele persoon.”

Om al deze redenen, maar vooral ook omdat Hongarije op 1 mei 2004 eindelijk de plaats heeft ingenomen die het verdient, die van een normaal land dat zich behaaglijk nestelt te midden van zijn soortgenoten, heeft Konrád op die dag een fles goede Hongaarse wijn opengetrokken in het besef dat zijn land zich eindelijk met zichzelf heeft verzoend en de Hongaarse burgers in niets meer verschillen van hun nieuwe Europese buren.

Hoe waar dat laatste ook mag zijn, door mijn huidige werk in Hongarije waarbij Konrád, zonder het te weten, een belangrijke persoonlijke rol heeft gespeeld, is ook Hongarije niet ontkomen aan de betrekkelijk snelle wisseling van de macht na de eerste vrije verkiezingen. Nu, 30 jaar na het oprollen van het IJzeren Gordijn, begonnen in Hongarije, moeten we vaststellen dat in vrijwel alle nieuwe lidstaten van de EU de overgang van een totalitair bewind naar een liberale democratie verre van geslaagd is. Dat ligt mijns inziens niet aan de bevolking van de voormalige DDR of Roemenië, om maar twee willekeurige voorbeelden te noemen. Pas recentelijk begint in bredere politieke, culturele en wetenschappelijke kring het besef door te dringen dat het westers optimisme dat gedeeld werd door tal van dissidenten, onder hen veel kunstenaars, ongefundeerd was: namelijk niet gebaseerd op enig onderzoek of ervaringsfeit.

Je kunt gerust zeggen dat Konrád behalve teleurgesteld, ook persoonlijk zeer geraakt werd door de ontwikkelingen in zijn eigen land. Hij heeft daarover veel geschreven en zich zeer scherp gekeerd tegen de regering Orban.
Bij een van zijn laatste optredens in Berlijn voor A Soul for Europe, spraken wij elkaar kort met de belofte het gesprek in Amsterdam voort te zetten.
Het is er helaas niet meer van gekomen.

September 2019

Meer originele waarnemingen van György Konrád over Nederland en Amsterdam zijn te vinden in de uitgave Amsterdam (Van Gennep), o.a. te koop bij de Stadsboekwinkel Amsterdam.

Kom naar de opening van ‘On Friendship/(Collateral Damage) III’ in Lumen Travo op 7 september

Vrienden van Felix Meritis mogen de opening van onderstaand opmerkelijk project van ‘onze vrienden’ van Stichting Metropool Internationale Kunstprojecten, Linda Bouws en Joseph Sassoon Semah, op 7 september in Lumen Travo Gallery, gevolgd door een bijzondere avond op 12 september a.s. in het Goethe Institut Amsterdam niet missen. Het is de aftrap voor een reeks bijeenkomsten die vanaf het najaar op maar liefst 36 verschillende locaties zullen plaatsvinden.

On Friendship/(Collateral Damage) III – The Third GaLUT: Baghdad, Jerusalem, Amsterdam (7 september 2019-19 januari 2020) is an aesthetic and poetic research into the cities Baghdad, Jerusalem and Amsterdam, which has been conceived by artist Joseph Sassoon Semah and curated by Linda Bouws (Metropool International Art Projects). All these cities are said to have been tolerant at some time in their history, but how does that relate to ‘otherness’ and what does it mean today?

The project focuses on two lines of thought. The first is what Semah calls ‘The Third GaLUT’, the third Exile, a metaphor for disconnectedness. The second is ‘The Guest’ – someone who is allowed to live and work in a foreign context tests his surroundings by articulating his particular position in exile without any reservations. The Guest becomes Host. By this process Semah investigates one of the greatest achievements of human civilisation: hospitality. Joseph Sassoon Semah translates his cultural and visual heritage, and its subtext, into contemporary art. While doing so he reassesses and redefines lost heritages.

The project will translate the cultural heritage of Baghdad, Jerusalem, and Amsterdam, with the help of the different ‘Guests’, into a meaningful experience for a broad audience.

In On Friendship/(Collateral Damage) III – The Third GaLUT: Baghdad, Jerusalem, Amsterdam, Joseph Sassoon Semah shares his lost rich Babylonian cultural heritage and asks the public to review their own art, culture, traditions and identity. This will take place mainly in 36 public locations in Amsterdam.

There will be new pieces of art, performances, debates, lectures, round-table discussions, video-interviews, a publication in English, articles on diverse platforms, and a research report as well as a video report. Simultaneously in Amsterdam (The Hermitage), Baghdad (in front of the Meir Tweig Synangogue) and Jerusalem (Jerusalem Biennale 2019) a small house will be built: MaKOM in MaKOM.

On Friendship/(Collateral Damage) III – The Third GaLUT: Baghdad, Jerusalem, Amsterdam was realized in part with the support of AFK, BPD Cultuurfonds and Mondriaan Fonds.

For more information, please go to Rozenberg Quarterly and Joseph Semah. 

From a “divided” to an “enlarged” Europe: an assessment (1989-2019)

September Seminar 

2 – 6 September 2019 – Palazzo Verdi, via Pasolini 23, Ravenna, Italy 

Campus Ravenna of the University of Bologna offers this seminar in the framework of our Erasmus+ Summer University programme Strengthening European Identity through Education and Culture, and How to Manage It, in which six European institutions and universities work together on developing a joint curriculum for an English-language MBA in European Culture, Heritage and Citizenship.

Apply for the seminar before August 19th: l.ranieri@unitus.itdbc.convegni@unibo.it

What is it about? 

The Seminar’s aim is to reflect and try to draw up a double assessment: the first, thirty years after the fall of the Berlin Wall as a political symbol of the end of the long parenthesis that had
artificially divided Europe in two since the Second World War; the second, fifteen years after the great enlargement of the EU, institutional sign of this reunification.

Has this resulted in the structure of common European citizenship? What and how many
differences still separate the so-called “old” Europe from the so-called “new” Europe? Can
cultural heritage be a vehicle for building such citizenship? Is the widespread feeling of
Euroscepticism so closely linked to what factors? Political? Economical? Cultural? Ethical?
These are some of the questions that will be addressed by the interventions during the Seminar, which will have as its main objective to stimulate debate and actively involve all its participants.

Day 1 – 2nd, September (14-18) 

The crisis of “Euro-Western” political and juridical thinking.

The aim is to address, from the point of view of the history of political thought, the evolution of the European context and its criticalities once exposed to globalization 

  • E. Piras (Scuola Superiore S. Anna – Pisa)  A.K. Nardini Vida (SHC – Bologna Center)

Day 2 – 3rd, September (10-13; 15-18) 

European political cultures facing the new Europe 

The aim is to reflect on the evolution of traditional European political cultures and their  encounter/clash with those of the “new” Europe. 

  • G. Bernardini (FBK- Isig Trento)
  • M. Marchi (Università di Bologna)
  • G. Orsina (Luiss G. Carli – Roma) 

EU Regional policy & programmes for urban development: a local perspective 

E. Medeghini (Municipality of Ravenna – European Policy Office) 

Day 3 – 4th, September 

Areas of integration (part 1) h. 10-13 

Europe and its natural borders: the Mediterranean, the Adriatic, the Balkans and the Urals, across the Atlantic 

  • A.M. Medici (Università di Urbino) 
  • A. Neve (Università di Bologna) 

Empathy mapping to profile the concept of EU citizenship – h. 15-17.30 

The aim is to draw up, together with the students and on the basis of the suggestions /  reflections derived from the previous panels, a map of adjectives which can represent the concept of “European citizenship”. 

  • S. Teston (Fondazione Flaminia) 

Round Table – h.18-20 

Witnesses: those who have experienced the process of European integration from within 

  • Chair R. Balzani (Università di Bologna) 
  • S. Austen (permanent Fellow of Felix Meritis Foundation and A Soul of Europe) 
  • S. Holland (former Labour Member of Parliament, consultant, among others, to J. Delors on issues relating to the single European market) 
  • R. Prodi (President of the Commission 1999-2004) 
  • In the framework of ECHC.The commission cannot be held responsible for any use which 

Day 4 – 5th, September (10-13 e 15-18) 

Between austerity and cohesion policy: an assessment for the Europe of growth 

  • P. Ciocca (to be confirmed) 

M. A. Martin Ramos (Responsable de Asuntos Europeos y Delegado en Burselas de la Fundacion Academia Europea de Yuste) 

  • J. Van Zwieten (Rector Netherland Business Academy) 
  • P. Zagaglia (Università di Bologna) 
  • P. Magnatti (Specialist European Commission) 

Day 5 – 6th, September (10-13; 15-18) 

Areas of integration (part 2) 

Europe and its natural borders: the Mediterranean, the Adriatic, the Balkans and the Urals, across the Atlantic 

  • D. Pasquinucci (Università di Siena) 
  • M. Puleri (Università di Bologna) 
  • I. Agardi (Institute for Social and European Studies Foundation – Köszeg) 

From theory to praxis: an inclusive approach to act on the territories 

Starting from the ongoing process of urban regeneration regarding the Ravenna  “Darsena di città” (Docks), the aim is to give a possible practical shape to the adjectives  defined in Day 3, supporting, in so doing, a virtuous and critical dialogue between theory and praxis. 

  • S. Teston (Fondazione Flaminia) 
  • Scientific Committee: M. Marchi, M. A. Neve, M. Puleri, Teston, S. Mascia 
  • Organizer Committee: M. Bernabé, S. Burattoni, M. Marchi, S. Mascia, 
  • M. A. Neve, M. Puleri, L. Ranieri (tutor) 

Apply now! Deadline: 19th August 2019 / until all available places are taken. Applications are to be sended to: l.ranieri@unitus.it; dbc.convegni@unibo.it; 

Target audience: 

  • Students of the International Cooperation on Human Rights and Intercultural Heritage  second cycle Master’s Degree (Ravenna Campus – Bologna University): 20 places without tuition fee
  • Bachelor, Master and PhD students from other courses/Universities: 15 places, tuition fee 150€

Applications are to be sended to: l.ranieri@unitus.it; dbc.convegni@unibo.it. Please, specify if you are a student of the International Cooperation on Human Rights and  Intercultural Heritage Master or not.

Partners

Intensive Dutch Language Course

The Institute for Dutch Language Education (INTT), Universiteit van Amsterdam and The Amsterdam Summer University (AMSU) present the 2019 season of the intensive Dutch language course.

Why this language course?

Some reasons why you should consider applying to this course.

  • Applicants get a serious and exciting professional experience
  • A proven methodology is part of the success
  • This course only takes a few weeks
  • Working in small groups
  • Get to know locals and international newcomers
  • Broad diverse cultural program in Amsterdam
  • After successful completion you receive a certificate from the University of Amsterdam

The course fee for this program is € 1.195,-

Apply for this course

(You will be redirected to the AMSU website.)

Brief introduction of the levels offered

Level 1: Absolute Beginners: For students without any knowledge of Dutch whatsoever.

Level 2: Beginners: For students who do understand some Dutch but are (almost) incapable of making themselves understood in Dutch.

Level 3: Pre-intermediate: For students with a global understanding of simple everyday Dutch, capable of making themselves understood in simple everyday Dutch that is still full of mistakes.

Level 4: Intermediate: For students with a reasonable understanding of simple everyday Dutch and of Dutch used in the media, capable of making themselves understood in simple everyday Dutch with many mistakes.

Level 5: Pre-Advanced: For students with a good understanding of everyday Dutch and of Dutch used in the media. Capable of making themselves understood in everyday Dutch but with quite a few mistakes.

Level 6: Advanced: For those who have a thorough understanding of everyday Dutch and a good understanding of Dutch at an academic level. They can express themselves in spoken and written Dutch in most everyday and professional situations but still make systematic mistakes.

Those who have no problems understanding Dutch at an academic level are too advanced for these courses. This program is NOT meant for foreigners intending to do a regular 4 year-study at the University of Amsterdam. 

Language of instruction 

In the course for absolute beginners the language of instruction is English and Dutch. In the other courses, the language being used in the classroom is mainly or exclusively Dutch. 

Capacity 

Participants will be divided in groups of 14-18 persons according to the result of the assessment on the first day (please read below).  

Formation of groups

Registration Sunday 4th of August.

On the first day of the course (Monday the 5th of August 2019) each participant’s level of command of the Dutch language will be assessed to make sure everyone is placed in the appropriate group. If there are two or more groups on the same level, the groups will be formed as homogeneous as possible. In order to get familiar with the building and the language laboratory a guided tour will be part of the first day. If necessary, groups will be reshuffled after one or two weeks.  

Workload

The course lasts for three weeks. It involves four hours of teaching a day. The lessons are scheduled between 9 a.m. and 1 p.m. every day, apart from the Wednesdays in the 2nd and 3rd week. Participants are expected to do two or three hours of homework every day.

Location

All lectures are given in buildings of the University of Amsterdam, located in the historic centre of Amsterdam.

Course fee & Application

The course fee (€ 1195) covers all study material during the course (but not the textbooks mentioned below) and the pass for the language laboratory. Due to great demand for this course only immediate payment will secure your participation in this course. Reservations are not possible. 

Register and pay here!

(You will be redirected to the AMSU website.)

Welcome reception 

The complementary welcome reception will take place on Sunday 4th of August 2019 between 3-5 pm in a location to be announced in Amsterdam city centre. Lessons will start on Monday, 5th of August 2019 with the level assessment test. 

Certificate

On completion of the course a certificate of attendance will be given.

Description of the six levels of this course

Absolute beginners

For those without any knowledge of Dutch whatsoever.

Contents/Objectives
The main objectives of the course are: 
a) to help participants acquire a basic vocabulary of Dutch 
b) to enable participants to globally understand simple spoken and written Dutch 
c) to teach participants to make themselves understood in elementary spoken and written Dutch

Textbook
Heijne, N.C. e.a., CODE+ deel 1: 0-A1 / Basisleergang Nederlands voor anderstaligen, ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2018. ISBN 9789006978308 (textbook + voucher). Let op: derde druk, eerste oplage, 2018

Classroom activities
– watching video fragments; 
– listening to audio fragments;
– preparatory exercises for communicative tasks; 
– communicative exercises 

Beginners

For those who do understand some Dutch but are (almost) incapable of making themselves understood in Dutch.
Contents/Objectives
The main objectives of the course are: 
a) to help participants acquire a basic vocabulary of Dutch 
b) to enable participants to globally understand simple spoken and written Dutch 
c) to teach participants how to make themselves understood in elementary spoken and written Dutch

Textbook
Heijne, N.C. e.a., CODE+ deel 2: A1-A2 / Basisleergang Nederlands voor anderstaligen, ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2018. ISBN 9789006978339 (textbook + voucher). Let op: derde druk, eerste oplage, 2018

Classroom activities
– watching video fragments; 
– listening to audio fragments;
– preparatory exercises for communicative tasks; 
– communicative exercises

Pre-intermediate

For those with a global understanding of simple everyday Dutch, capable of making themselves understood in simple everyday Dutch that is still full of mistakes.
Contents/Objectives
The aim of the course is:
a) to help participants to extend a basic vocabulary of Dutch
b) to enable participants to understand simple spoken and written Dutch 
c) to teach participants how to make themselves understood, in speech as well as in writing

Textbook
Heijne, N.C. e.a., CODE+ deel 3: A2-B1 / Basisleergang Nederlands voor anderstaligen, ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2018. ISBN 9789006978360 (textbook + voucher). Let op: derde druk, eerste oplage, 2018

Classroom activities
– watching video fragments; 
– listening to audio fragments;
– preparatory exercises for communicative tasks; 
– communicative exercises

Intermediate

For students with a reasonable understanding of simple everyday Dutch and of Dutch used in the media, capable of making themselves understood in simple everyday Dutch with many mistakes.

Contents/Objectives
The aim of the course is:
a) to help participants to extend a basic vocabulary of Dutch
b) to enable participants to understand simple spoken and written Dutch in a variety of familiar contexts
c) to teach participants how to make themselves understood, in speech as well as in writing

Textbook
Heijne, N.C. e.a., CODE+ deel 3: A2-B1 / Basisleergang Nederlands voor anderstaligen, ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2018. ISBN 9789006978360 (textbook + voucher). Let op: derde druk, eerste oplage, 2018

Classroom activities
– watching video fragments; 
– listening to audio fragments;
– preparatory exercises for communicative tasks; 
– communicative exercises

Pre-Advanced

For students with a good understanding of everyday Dutch and of Dutch used in the media. Capable of making themselves understood in everyday Dutch but with quite a few mistakes.
Contents/Objectives
The aim of the course is:
a) to help participants to extend their vocabulary of Dutch
b) to enable participants to understand simple spoken and written Dutch in a variety of contexts
c) to improve their basic writing and speaking skills.

Textbook

Heijne, N.C. e.a., CODE+ deel 4: B1-B2 / Basisleergang Nederlands voor anderstaligen, ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2018. ISBN 9789006978391 (textbook + voucher). Let op: derde druk, eerste oplage, 2018

Classroom activities 
– listening to audio fragments; 
– watching video fragments; 
– discussion of written texts; 
– studying Dutch grammar with follow-up exercises; 
– speaking and writing exercises;
– conversation

Advanced

For those who have a thorough understanding of everyday Dutch and a good understanding of Dutch at an academic level. Participants can express themselves in spoken and written Dutch in most everyday and professional situations but still make systematic mistakes.

Contents/Objectives

The aim of the course is: To improve participants’ writing and speaking skills. Some attention will be paid to reading, listening and extending vocabulary.

Textbook

Heijne, N.C. e.a.,  CODE+ deel 4: B1-B2 / Basisleergang Nederlands voor Anderstaligen, ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2018. ISBN 9789006978391 (textbook + voucher). Let op: derde druk, eerste oplage, 2018 

Classroom activities

– listening to audio fragments
– watching video fragments
– discussion of written texts
– studying Dutch grammar with follow-ups exercises
– speaking and writing exercises
– conversation

Course admission

Admission: € 1195

The course fee includes the pass for the language laboratory at the course location and all course materials but DOES NOT include the textbooks. More info and questions: office@amsu.edu

Apply for this course

(You will be redirected to the AMSU website.)

Jaarverslag 2018

ANBI

De Stichting Vrienden van Felix Meritis heeft een ANBI status.
RSIN/fiscaal nummer: 819126615

Postbus 53066
1007 RB Amsterdam
E-mail: contact@felixmeritisconnectingcultures.nl
www.felixmeritisconnectingcultures.nl

Doelstelling:

Artikel 2. van de statuten:
De stichting stelt zich ten doel: het ondersteunen van de Stichting Felix Meritis/The Felix Meritis Foundation alsmede van andere instellingen die een vergelijkbaar gedachtengoed uitdragen zulks uitsluitend ter beoordeling van het bestuur.

Artikel 3. van de statuten:
De stichting tracht haar doel te bereiken onder meer door:
-het beheren en uitdragen van de ideeën, het symbolische en immaterieel erfgoed van het genootschap Felix Meritis en de door de stichting Felix Meritis daaraan gegeven en te geven programmatische invullingen in de breedste zin.
-het is uitsluitend ter beoordeling van het bestuur te bepalen door welke instelling het voren omschreven erfgoed van Felix Meritis het beste wordt uitgedragen.

Beleidsplan, verslag activiteiten:

Stichting Vrienden van Felix Meritis werft vrienden in verschillende definities: verstrekkers van eenmalige giften en donateurs; mecenassen, personen die een overeenkomst voor enige jaren sluiten en personen die hun expertise kosteloos ter beschikking van de stichting stellen, door mailacties, persoonlijke benadering en het organiseren van fondswervingsactiviteiten.

Het vermogen van de stichting alsmede de vruchten daarvan dienen besteed te worden conform artikel 3 van de statuten, mede op op aanwijzing van de Stichting Genootschap Felix Meritis/Felix Meritis Foundation, een stichting met zetel in Amsterdam, kantoorhoudende te Weesperzijde 34 C, 1091 ED Amsterdam.

De besteding van het positief vermogen van de instelling vindt jaarlijks plaats, ten behoeve van een bijzondere activiteit of ten behoeve van een bijzondere aanschaf.

Bestuur (onbezoldigd):

Mr. Maarten Meijer
Dr. h.c. Steve Austen
Mr. Huub van Haare Heijmeijer

Stichting Vrienden van Felix Meritis heeft geen personeel in dienst.

Financiële verantwoording:

Balans per 31 december 2018

Debet
Immateriële activa € 120
Liquide middelen € 5.825
Overige vorderingen € 3.317
Balanstotaal debet € 9.262

Credit
Eigen vermogen € 2.166
Schulden € 6.796
Vooruit ontvangen € 300
Balanstotaal credit € 9.262

Staat van baten & lasten per 31 december 2018
Opbrengsten € 14.111
Kosten € 4.659
Resultaat € 9.452

Toelichting
De inkomsten bestaan uit de jaarlijkse bijdragen van Vrienden en bijdragen en subsidies voor diverse activiteiten.

In 2018 is een overschot gerealiseerd. Dit wordt gebruikt om de tekorten uit vorige jaren te compenseren. Deze werden veroorzaakt door het aflopen van een aantal 5-jaarsdonaties die nog niet opnieuw waren geactiveerd.
In 2014 is geïnvesteerd in de voortzetting van de activiteiten van Stichting Genootschap Felix Meritis en partners. De kosten betroffen o.a. de overname van de immateriële activa van de voormalige Stichting Felix Meritis, werkzaamheden aan de website en kosten voor PR, publiciteit & marketing.
Het streven om deze investering in de komende jaren in te lopen uit de inkomsten van verschillende projecten, door de Vriendenkring te vergroten en d.m.v. overige donaties is per 31-12-2018 gerealiseerd.

Aspecten van ondernemerschap, eigenaarschap en leiderschap in toonaangevende initiatieven in het internationale (Europese) culturele, creatieve en toeristische bedrijf

⚠️ Let op: dit integratiecollege is verplaatst naar het najaar.

Er is een groeiende behoefte aan leiderschap en nieuwe inzichten binnen de culturele en creatieve sector. Daarom organiseren wij op 27 mei in het kader van de MBA Culture, Heritage & Citizenship (CHC) een interactief integratiecollege met Duncan Stutterheim.

Er is nog plaats voor enkele gemotiveerde belangstellenden.

Wanneer: maandag 27 mei 2019
Capaciteit: 6 personen
Tijdstip: 14:00 – 17:30 uur
Locatie: Weesperzijde 34 te Amsterdam
Thema: Aspecten van ondernemerschap, eigenaarschap en leiderschap in toonaangevende initiatieven in het internationale (Europese) culturele, creatieve en toeristische bedrijf
Prijs: € 192,50 (0 % btw)

Duncan Stutterheim

Op zijn achttiende richtte Stutterheim een koeriersbedrijf op. Een jaar later begon hij met zijn broer Miles, die in 2000 bij een auto-ongeluk om het leven kwam, een bedrijf om gabberhousefeesten te organiseren. Dat bedrijf groeide uit tot ID&T, Nederlands grootste organisator van dance-events en tevens platenlabel, horecaonderneming en mediabedrijf. Hij is ook bekend van zijn lerarenrol in het tv programma “Dream School”. Met zijn bedrijf ID&T organiseert Duncan Stutterheim sinds jaren feesten als Sensation, Thunderdome en Mysteryland. Eerst alleen in Amsterdam en tegenwoordig over de hele wereld, in 22 landen. In maart 2013 verkocht Stutterheim 100% van het bedrijf aan SFX Entertainment, een groot Amerikaans bedrijf. In 2015 wordt de IJ-prijs van de gemeente Amsterdam aan hem toegekend. Over zijn college Ondernemen in de culturele vrijetijdscultuur, risico’s in ondernemerschap, legacy, sustainability en impact. Wat zou ik volgende keer anders aanpakken? Lessen voor beginners en gevorderden.

Achtergrondinformatie

Met enige fantasie zou je de initiatieven waarover in dit integratiecollege gesproken wordt kunnen scharen onder de steeds toenemende festivalpraktijk. Hoewel het lijkt of die markt nog lang niet verzadigd is doemen er wel allerlei vragen op aan de horizon waarbij de continuïteit van festivals in het geding is. Wellicht het best te illustreren met de woorden die de Secretary General van de European Festival Association (EFA), Kathrin Deventer, onlangs uitsprak op een congres in Berlijn. Het thema was: is er een MBA CHC nodig voor de Europese festivalwereld? “It is not a given that arts festival managers -I will meet 240 of them in Lisbon for our arts festival summit-, that all of them are activists for Europe. […]. How can I save money on the artists that I am programming, how can I get more audiences to my festival, and how do I get more money? These are the three main questions that every festival maker somehow is busy with. So where does Europe come in? And where does this idea or the notion of a community come in? Where does a European community, very far away on the periphery, if I may use that word, come into play when we discuss their questions? […] I take that as a task for EFA. We have a responsibility on the meta level of different festival makers, to bring them together not only to speak about how to improve an artistic program, or to collaborate artistically, how to get more audiences, how to get more money, but to bring the discussion on the community we live in on a high level. Of course, that has a lot to do with citizenship, with the idea about citizenship, and with a new concept of audience development.” “We understood that that concept of citizenship is very remote even from, and I say even, from the arts and culture world, because of lack of practices, lack of knowledge, lack of information.”

Over de MBA Culture, Heritage & Citizenship

Onze MBA Culture, Heritage & Citizenship (CHC) en de internationale variant die nu in ontwikkeling is, de MBA European Culture, Heritage & Citizenship (ECHC), stellen deze vragen aan de orde. Volgens de initiatiefnemers is een (her)positionering van de culturele en erfgoedinstellingen geboden, al was het alleen maar om het contact met de burgers te verstevigen en daardoor een meer gedifferentieerd draagvlak te creëren in de civil society. Nieuwe allianties zijn noodzakelijk. Een visie op burgerschap is dan een vereiste.

Dit college is mede mogelijk gemaakt door

Kom op maandag 13 mei naar het integratiecollege over Arbeidsmarktoriëntatie met Ed Hagedorn, Melle Daamen en Ernst Veen

Er is een groeiende behoefte aan leiderschap en nieuwe inzichten binnen de culturele sector. Daarom organiseren wij op 13 mei een integratiecollege met drie experts uit het veld: Ed Hagedorn, Melle Daamen en Ernst Veen geven een interactief college.

In de ochtend een sessie met Ed Hagedorn (oud-directeur HRM De Baak) over jouw individuele positiebepaling in de dynamische arbeidsmarkt voor leidinggevenden.
Vervolgens een interactieve analyse op basis van inzichten, vergezichten en ervaringen onder leiding van Melle Daamen (oud-directeur Mondriaan Fonds en oud-directeur Stadsschouwburg Amsterdam) en Ernst Veen (oud-directeur Nieuwe Kerk en oprichter van De Hermitage aan de Amstel).

Dit integratiecollege wordt gegeven voor bijna afgestudeerden van de MBA Culture, Heritage & Citizenship. Er is nog plaats voor enkele gemotiveerde belangstellenden.

Voor een lunch wordt gezorgd.

Wanneer: maandag 13 mei 2019
Capaciteit: 7 personen
Tijdstip: 10:00 – 17:00 uur (inclusief lunch)
Locatie: Weesperzijde 34 te Amsterdam
Thema: Arbeidsmarktoriëntatie
Prijs: € 192,50 (0 % btw)

Aanmelden voor integratiecollege

Achtergrondinformatie

Achtergrondinformatie integratiecollege maandag 13 mei (uit: Verkenning arbeidsmarkt culturele sector 2016).

Over ‘ondersteuning talentontwikkeling en ondernemerschap’:

Met de bezuinigingen op cultuur in 2012 werd de nadruk vanuit de overheid meer gelegd op ondernemerschap in de culturele sector. Staatssecretaris Zijlstra van OCW maakte in 2012 circa 3,5 miljoen euro vrij voor het instellen van een Makelaar cultuurmecenaat en het Programma Ondernemerschap Cultuur, met het doel om in het vierde kwartaal van 2016 het ondernemerschap in de culturele sector versterkt te hebben. Speerpunten van het programma zijn:
■ Kennis van cultuur bij private financiers vergroten
■ Geef- en investeringsbereidheid vanuit de private sector laten toenemen
■ Financieringsmix van BIS-instellingen verbreden.
Minister Bussemaker maakte voor de periode 2014-2016 via de cultuurfondsen vijf miljoen euro vrij om jonge talenten ondersteuning op maat te bieden en drie miljoen euro om kunstenaars laagrentende leningen aan te bieden. Daarnaast dient er ruimte gemaakt te worden voor instellingen die meer mogelijkheden willen om talent te begeleiden.

Inmiddels is naar aanleiding van de reacties op dit rapport een heuse commissie ingesteld die belast is met het opstellen van een arbeidsmarktagenda en inmiddels is bevallen van een advies aan de regering. https://smacc.nl

Het merkwaardige feit doet zich voor dat in de arbeidsmarktverkenning nauwelijks gerept wordt over het begrip “cultureel ondernemerschap” dat toch ook wel in kringen van subsidiënten en adviseurs frequent gebezigd wordt en werd. Ook in de opzet van de arbeidsmarktagenda blijft de rol van aard en organisatie en dus de rol van leidinggevenden goeddeels buiten beschouwing. De vraag is dus of dit rapport niet onbedoeld de status quo in het reguliere cultuurbedrijf als een gegeven beschouwt en kennelijk niet verwacht dat de noodzaak tot (her)positionering en dus wijziging van verdienmodellen aan de arbeidsmarkt voor de culturele sector iets positiefs kan bijdragen.

De initiatiefnemers van de MBA opleiding Culture, Heritage & Citizenship zien echter een groeiende behoefte in de culturele markt voor leidinggevenden aan originele en weldoordachte interventies in de bestaande relaties met de omgeving waarin de culturele instelling zich beweegt. Juist met het oog op de continuïteit van de onderneming mag van “nieuwe” leidinggevenden verwacht worden dat zij, hoewel indirect, een steeds grotere rol kunnen spelen in de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt voor de culturele en creatieve industrie, maar zeker ook daarbuiten, met name op het gebied van burgerschapsvorming, waarvan zich inmiddels aansprekende voorbeelden aandienen.

Dit college is mede mogelijk gemaakt door