Book launch: Joseph Sassoon Semah: On Friendship / (Collateral Damage) V – Between Graveyard and Museum’s Sphere

23 October 2024 – 20:00 h – Goethe-Institut Amsterdam, Herengracht 470

With Joseph Sassoon Semah, Linda Bouws (curator), Emile Schrijver (general director Jewish Cultural Quarter) and Rick Vercauteren (art historian)

The publication is in English; the book launch will take place in Dutch.

At first glance, a graveyard and a museum space seem to have little in common. Yet they both give meaning to Joseph Sassoon Semah’s artworks.

This fifth and final edition of Joseph Sassoon Semah’s ‘Magnum Opus’, featuring the artist’s artworks and texts, and text contributions by Linda Bouws, A.S. Bruckstein Çoruh / House of Taswir, Guus van Engelshoven, Arie Hartog, Gideon Ofrat, Jom Semah, Lisette Pelsers, David Sperber, Steve Austen, and Rick Vercauteren, marks the culmination of a profound multi-year art event that began in 2015.

Together with curator Linda Bouws, Sassoon Semah embarked on a mission to augment Western art history by filling its ‘empty page’ with the rich and diverse iconography of Jewish culture. It has been an amazing journey for the last ten years.

Joseph Sassoon Semah takes us on a wondrous journey of exploration. This journey extends from the Temple of Solomon in Jerusalem, through the vanished public space (Jewish Quarter) of Baghdad, the waiting room of his Saba (grandfather) and the Auschwitz-Birkenau extermination camp, to the spatial architecture based on the typography of the Talmud Bavli.

The title of the publication ‘Between Graveyard and Museum’s Sphere’ alludes to life in Galut, the condition in which there is no motherland or physical cultural heritage to return to (personal graveyard), as well as the Western concept of museum, the institute that has already erased the knowledge of the layers of Jewish imagery/meaning that were adapted and used by the Western art production (universal graveyard).

Each of Sassoon Semah’s artworks serves as a witness to the profound loss, and at the same time reclaiming the lost world and making Jewish culture, symbols, tradition, and identity visible in a different cultural environment. He demands recognition and acknowledgement of the forced veiling of the knowledge of Judaism; in this way he is trying to liberate himself from his dis-placement. He offers an alternative reading about the role of museums and the authority of art history.

The first copy will be presented to Guus van Engelshoven, curator of the exhibition Between graveyard and museum atmosphere which took place in Museum Het Nieuwe Domein, Sittard (February – June 2024).

On this occasion, the publication will be offered at the special price of €32.50 instead of €39.95

For more information: https://www.metropool-projects.com/publicatie-on-friendship-v

Köszeg (Hungary) IN WHAT AND WHOM DO WE TRUST

in what and whom do we trust koszeg hongarije

The Institute for Social and European Studies organises a Winter University on the question: Why are we seeing the rise of post-liberal regimes? What impact does this have on institutional trust at the local, national, and supranational levels? Is this merely a temporary global ‘glitch’ that will deteriorate over time as new challenges emerge?

This Winter University will take place in the beautiful medieval border town of Köszeg in Central Europe. More information

As an appetizer, watch this video of last summer’s course, also part of the Erasmus+ project “Towards an MBA European Culture, Heritage and Citizenship”.

EUROPE ON ITS WAY: Public debate in Ravenna

The seminar “From a divided to an enlarged Europe: an assessment (1989-2019)” held in Ravenna from 2-6 September 2019 as part of the Erasmus+ project “Towards an MBA European Culture, Heritage and Citizenship”, included a round table discussion and public debate.
Romano Prodi (president of the European Commission from 1999-2004) and Steve Austen (Netherlands Business Academy, initiator of the project) reacted on various remarks from the audience.

Most burning concerns were about the future of the EU: will it be the United States of Europe and what is the envisaged final concept? When will the format of the EU be clear and completed?

Mr. Prodi pointed out that those who wish to compare the EU with the US should have a closer look to those factors that make the US a successful federation. Characteristics the US do have and the EU doesn’t, are the common language for instance, as well as the shared heritage of its inhabitants and the absence of a history of strong nation states. Mr. Prodi also mentioned that unlike the EU, the governments of federal states do spend enormous sums of taxpayers’ money at the level of the central federal government. Finally, Mr. Prodi underlined that those that feel comfortable with their federation don’t feel the need of thinking about alternatives, they therefore are convinced that their government is the best in the world.

In addition, Steve Austen referred to a speech of Van Rompuy stating that the Union does not resemble any other existing form of state. It is not a nation state, not a federation nor a confederation, it is something completely new that cannot be found anywhere else in the world. It is ‘something original, something unique, and should be regarded as the largest area of democracy, freedom, prosperity and social justice in the world’¹.

Following the analysis of Jaap Hoeksma²: It is a developing political entity that differs not only from familiar forms of the state, but also from familiar international organisations, be they supranational, intergovernmental or multilateral. The unique and specific character of the EU is expressed in the application of the concept of the democratic constitutional state to an international organisation, thereby providing a framework for the extension of the European citizenship that is known to all citizens. The framework of the democratic constitutional state they have been familiar with for a long time, or have been gradually getting to know since the fall of the Wall and joining the EU, now applies to the territory of the Union as a whole and is guaranteed by the Treaty of Lisbon.

[1] Intervention by Herman Van Rompuy, former President of the European Council, at the ceremony on the occasion of the entry into force of the Lisbon Treaty, Lisbon, 1 December 2009.

[2] Jaap Hoeksma: The Theory of Democratic Integration. Constructing the EU as a Union of States and Citizens. Wolf Legal Publishers, ISBN: 9789462404595.

Herinneringen aan György Konrád

Door Steve Austen

Op 24 april 1987 hebben Linda Bouws en ik György Konrád voor het eerst ontmoet. Hij was in Amsterdam om zijn uitgever Rob van Gennep te bezoeken die de afspraak geregeld had. Linda en ik wilden hem strikken voor de bijeenkomst van het Europees Kunstenaars Forum dat later dat jaar in het kader van “Amsterdam Culturele Hoofdstad van Europa, een toekomst voor ideeën” in het Hilton hotel zou plaatsvinden. Konrád stemde toe en kondigde aan te zullen spreken over het “Midden-Europese zelfbeeld”, de Midden-Europese identiteit zouden we nu zeggen.

György Konrád op 17 mei 2008 tijdens de receptie in de ambtswoning ter gelegenheid van zijn 75ste verjaardag. Konrád verbleef enige dagen in Amsterdam als gast van Felix Meritis in het kader van 20 Jaar Gulliver.

Toen de datum van de bijeenkomst naderde bleek plots dat de Hongaarse autoriteiten deze keer geen paspoort wilden verstrekken. Door de informele contacten van enige hoge ambtenaren van WVC met collega’s in Hongarije kon Konrád, zij het met enige vertraging, alsnog de nodige papieren ontvangen waardoor hij weliswaar het Kunstenaars Forum miste maar wél zijn voorgenomen voordracht voor een volle zaal in het Hilton hotel kon houden. Bij die gelegenheid sprak hij Duits, met een onmiskenbaar Hongaars accent. Ik heb wel eens gedacht dat zijn onweerstaanbare opkomst in Nederland niet alleen met zijn vroege ontdekking door Rob van Gennep en het succes van zijn romans te maken had, maar zeker ook met zijn charismatische persoonlijkheid. Hij werd pas echt wereldberoemd in Nederland toen Wim Kayzer een avondvullend interview met hem had uitgezonden.

Toen, in 1987, was er nog geen sprake van enig optimisme over de op handen zijnde snelle veranderingen in Midden- en Oost-Europa. Letterlijk zei Konrád toen dat er van een post- communistische democratie nog geen spoor te bekennen viel. Niet lang daarna ontmoette ik Konrád weer, nu op uitnodiging van Günter Grass, die zojuist met een twintigtal anderen, kunstenaars en intellectuelen, tijdens het Europees Kunstenaars Forum in Amsterdam The informal working body Gulliver had opgericht. Het in vele opzichten gedenkwaardige gesprek vond plaats in de Akademie der Künste (AdK) in (toen nog) West-Berlijn waarvan Grass de voorzitter (President) was. Het gesprek waaraan onder meer ook Luigi Nono en Andrej Voznesensky deelnamen, moest ertoe leiden dat de Akademie der Künste zich actiever dan ooit zou gaan inzetten voor de door Grass zo bepleite oost-west dialoog. In die tijd nog een erg omstreden gedachte, zeker voor een deftige instelling als de Akademie. Het duurde dan ook niet lang of Grass’ mandaat werd niet verlengd. De Akademie sliep in en is pas na een pijnlijke fusie met de Oost-Duitse zusterinstelling op het idee gekomen dat er misschien toch wel iets school in de ideeën van Grass c.s. Ik kan dan ook niet ontkennen dat ik enigszins geamuseerd reageerde toen György Konrád mij enige jaren later deelgenoot maakte van het aan hem gerichte verzoek om de nieuwe President van de AdK te worden. Hij zou de eerste niet-Duitse voorzitter van deze eminente Duitse instelling zijn en bovendien Joods. Hij vond het een eer, maar vroeg zich af of het zijn kunstenaarschap was dat tot dit verzoek had geleid of dat er andere motieven waren. We spraken af elkaar weer te ontmoeten in Berlijn wanneer alles in kannen en kruiken zou zijn.

Toen hij eenmaal benoemd was hebben we elkaar veelvuldig ontmoet in Berlijn, Boedapest en Amsterdam, waar hij regelmatig te gast was in Felix Meritis. Een week voor de toetreding van Hongarije tot de Europese Unie in mei 2004 heb ik een wat langer gesprek met hem gevoerd dat in retrospectief een zeer goed beeld geeft van de optimistische stemming die er in heel Europa, de oude en de nieuwe lidstaten, heerste. Ik was vooral nieuwsgierig naar zijn mening over het vraagstuk van de identiteit, waarbij ik mij niet aan de indruk kon onttrekken dat Konrád een bij vlagen wel erg positief mensbeeld had.
Zo herinner ik me een nogal heftig gesprek van enige jaren daarvoor over Amsterdam en Boedapest, waarbij hij uiteindelijk concludeerde dat de identiteit van de stad vooral wordt bepaald door de mensen die er leven.

“De grootte van de stad doet er niet zoveel toe, als er ‘grote’ persoonlijkheden wonen is de stad groot natuurlijk. Om iets te kunnen zeggen over de innerlijke vrijheid van de burgers moet je meer weten. Welke rol speelt de reformatie bijvoorbeeld. Leven de Nederlanders in het algemeen met meer innerlijke conflicten dan de Vlamingen? Of juist minder? Hoe dan ook, je kunt constateren dat de burgers van Amsterdam een volwassen pragmatisme aan de dag leggen; voor mijzelf blijkt dat heel duidelijk uit de manier waarop hier met softdrugs wordt omgegaan. Het respect voor de privésfeer; wat iemand drinkt of rookt of eet is ieders eigen zaak, ik vind dat van groot belang. Misschien stel ik het wat mooier voor dan het is, maar ik hecht groot belang aan de rechtsfilosofische opvattingen die aan een dergelijke houding ten grondslag liggen. Namelijk dat er in het algemeen geen reden is mensen te straffen voor iets waarmee zij anderen geen schade berokkenen. Of zij zichzelf benadelen is geen reden voor de staat om straf op te leggen. Het doen van een zelfmoordpoging leidt in Nederland meestal tot opname in een ziekenhuis en niet tot opname in de gevangenis. Of iemand alcoholist is of te veel chocolade eet of drie pakjes sigaretten per dag rookt blijft in principe zijn eigen verantwoordelijkheid, zo is dat ook in vele andere kwesties. Amsterdam gaat daar op een heel rustige manier mee om en met gevoel voor humor. Misschien dat deze of gene Amsterdammer klaagt dat er te weinig solidariteit is, maar dan moet men bedenken dat tolerantie twee componenten heeft: autonomie en inderdaad solidariteit of vriendschap zo men wil.

Burgemeester Job Cohen feliciteert Konrád met zijn 75ste verjaardag.

Ik kan het niet beoordelen omdat ik niet in Amsterdam woon, maar het kan heel goed zijn dat de echte vriendschap, de ‘Komplizenschaft’ in Amsterdam, dat al eeuwenlang een normale concurrentiemaatschappij is, minder beoefend wordt dan in Midden-Europa. Overigens waren het altijd weer de Nederlanders die in internationale bijeenkomsten waaraan ik deelgenomen heb zich het meest openstelden voor het idee dat naast de economische samenwerking in Europa, de culturele integratie toch ook van groot belang is. Dat is op zichzelf niets nieuws, ook in de tijd van Erasmus waren de Nederlanders geïnteresseerd in culturele samenwerking. Ik ben ervan overtuigd dat Nederland een nogal open samenleving is, nieuwsgierig en kritisch. Valt er eigenlijk voor de Nederlanders nog wat op te steken van de ervaringen van de nieuwe Europese medeburgers uit Midden-Europa? Bijvoorbeeld op het gebied van het zelfonderzoek?

Dat prettige gevoel van continuïteit dat in Nederland bij veel niet-joodse burgers aanwezig is, is in Midden- en Oost-Europa onbekend. Daar heeft men moeten leven met de realiteit dat de normen en waarden van vandaag de verschrikkingen van morgen kunnen zijn. Een leven dat onderhevig is aan een wetmatige discontinuïteit met het verleden kan ook een zekere kracht ontwikkelen. Iemand die alles al eens is kwijtgeraakt is er niet zo snel meer bevreesd voor nog eens iets kwijt te raken. Kleine onderbrekingen in iemands carrière zijn minder zorgwekkend voor iemand die al eens in de gevangenis terecht is gekomen. In zo’n geval beschik je over een grotere soevereiniteit. Je kunt zeggen: mij kan niets gebeuren, ik kan alles aan.

Dat verklaart misschien ook wel waarom in Midden- en Oost-Europa zo veel kunstenaars en intellectuelen na de ineenstorting van het communisme leidende posities in de samenleving hebben ingenomen. Zij konden zich in hun nieuwe rol snel thuis voelen omdat zij sterke persoonlijkheden waren. Omdat zij kennis hadden gemaakt met vervolging en onderdrukking en desondanks hun eigen weg gegaan zijn, zullen zij zich niet zo snel laten beïnvloeden door toevallige omstandigheden, maar zullen ze zelf de omstandigheden mede bepalen.

Het valt me op dat in de westerse samenlevingen veel meer sprake is van een zekere clichématige aanpassing. Men hoeft ten slotte niet alles te geloven wat de kranten schrijven. Men hoeft ook niet noodzakelijkerwijze zich aan een situatie aan te passen, pluriformiteit betekent tenslotte dat er altijd meerdere oplossingen mogelijk zijn, ook de minder voor de hand liggende.

Men moet de moed hebben steeds weer de eigen beslissingen ter discussie te stellen, de consensus die men bereid is te accepteren toch ook met enige scepsis te bejegenen. Dat vereist natuurlijk een zelfbewustzijn dat beter ontwikkeld is naarmate men meer geconfronteerd is geweest met zeer uiteenlopende levensomstandigheden. Er schuilt een zeker gevaar in te veel zelfgenoegzaamheid. De vrees voor het verliezen van een goede positie kan ertoe leiden dat men deel wordt van de overheid, dat men te voorzichtig wordt als het ware. Het behouden en ontwikkelen van een zekere burgerlijke onafhankelijkheid is noodzakelijk om de aanpassing aan vreemde overheersing te voorkomen. Misschien is het wel belangrijker voor het ontwikkelen van een soevereine persoonlijkheid dat men meer aandacht leert schenken aan de kwaliteit van de dingen die men doet dan aan het succes dat er mee te behalen valt. Ons bewustzijn zal complexer worden, de toekomst zal leren dat er in dat opzicht geen verschil meer zal bestaan tussen een inwoner van Amsterdam of Boedapest.”

En dan nu Europa, vraag ik hem; over een week is ook Hongarije lid van de Europese Unie.
We lunchen in het restaurant van de Hongaarse “Buchmesse”. Konrád geeft wederom blijk van zijn zeer menselijk optimisme, zij het dat hij eraan toevoegt dat zijn antipolitieke uitgangspunt oproept tot ironische oplettendheid, daarom bevalt hem de constitutionele beperking die de Europese Unie de lidstaten noodzakelijkerwijze oplegt.

Konrád met Cees Nooteboom en Job Cohen. In 2008 was Cees Nooteboom lid van de Akademie der Künste in Berlijn, waarvan Konrád op dat moment President was.

“Het mooie van de Unie is dat wat de lokale of nationale ambities van de lidstaten ook mogen zijn, ze uiteindelijk zullen leiden tot zoiets als een gezamenlijke Europese ambitie. Voor Hongarije betekent dat het vooruitzicht van grotere veiligheid en vrijheid, een weidsere horizon en rijkere ervaringen.”

Om zijn pleidooi te onderstrepen wijst hij erop dat we in Europa over meer dan voldoende lokale en landelijke politici beschikken maar nog nauwelijks over Europese in de ware zin van het woord. Voor zover deze politici gedreven worden door lokaalpopulisme zullen ze op den duur hun verkiezingsretoriek moeten vervangen door Europese fraseologie. Volgens Konrád is daar op zichzelf niets mis mee. Alle politici die direct of indirect, via hun regeringsleiders, aan het Europees besluitvormingsproces deelnemen, zitten immers in hetzelfde schuitje. Het valt niet uit te sluiten dat juist dit proces, waarin binnenlandse politiek moet veranderen in buitenlandbeleid om vervolgens Europees te worden, juist door de noodzaak van pragmatische compromissen zal leiden tot maatregelen die in hoge mate eerlijk en rechtvaardig zijn.

Konráds optimisme gaat echter niet zo ver dat hij van de toetreding tot de Europese Unie enige heil en zegen verwacht voor de culturele en intellectuele sector. Hij wijst er terecht op dat tot heden, dit beleidsterrein het enige is dat uitgesloten is van substantiële Europese steun.
Zolang de bestedingen van de Unie op het gebied van kunst en cultuur minder bedragen dan een promille van de Europese begroting, kan men de inspanningen van de Unie op dit terrein niet serieus nemen. Terwijl, zoals Konrád hier met volle overtuiging aan toevoegt, de cultuur toch het bindend element van de Unie vormt en niet de economie of de politieke samenwerking. De cultuur heeft Europa gevormd tot wat het is. De rol die literatuur, ook de religieuze geschriften, door de eeuwen in Europa heeft gespeeld en nog speelt is daar in hoge mate debet aan.

“Het is niet zozeer de geografische omvang die Europa zijn betekenis zal geven, het gaat veel meer om de geestkracht die Europa kan ontwikkelen, het gebruik dat Europa zal maken van zijn pluralistische tradities en zijn intellectuele mogelijkheden. Het gaat in de wereld van vandaag tenslotte niet meer om een economische en militaire machtsstrijd maar veeleer om een machtsstrijd van de geest. Hoe groot de Europese Unie ook wordt, voorlopig is aan de uitbreiding nog geen eind gekomen. De betekenis zal vooral afhangen van ons optreden, ons gedrag, of we nieuwsgierig zijn naar wat er zich in de wereld om ons heen afspeelt, zowel op macro- als op microniveau, als het er op aankomt naar de wereld van een enkele persoon.”

Om al deze redenen, maar vooral ook omdat Hongarije op 1 mei 2004 eindelijk de plaats heeft ingenomen die het verdient, die van een normaal land dat zich behaaglijk nestelt te midden van zijn soortgenoten, heeft Konrád op die dag een fles goede Hongaarse wijn opengetrokken in het besef dat zijn land zich eindelijk met zichzelf heeft verzoend en de Hongaarse burgers in niets meer verschillen van hun nieuwe Europese buren.

Hoe waar dat laatste ook mag zijn, door mijn huidige werk in Hongarije waarbij Konrád, zonder het te weten, een belangrijke persoonlijke rol heeft gespeeld, is ook Hongarije niet ontkomen aan de betrekkelijk snelle wisseling van de macht na de eerste vrije verkiezingen. Nu, 30 jaar na het oprollen van het IJzeren Gordijn, begonnen in Hongarije, moeten we vaststellen dat in vrijwel alle nieuwe lidstaten van de EU de overgang van een totalitair bewind naar een liberale democratie verre van geslaagd is. Dat ligt mijns inziens niet aan de bevolking van de voormalige DDR of Roemenië, om maar twee willekeurige voorbeelden te noemen. Pas recentelijk begint in bredere politieke, culturele en wetenschappelijke kring het besef door te dringen dat het westers optimisme dat gedeeld werd door tal van dissidenten, onder hen veel kunstenaars, ongefundeerd was: namelijk niet gebaseerd op enig onderzoek of ervaringsfeit.

Je kunt gerust zeggen dat Konrád behalve teleurgesteld, ook persoonlijk zeer geraakt werd door de ontwikkelingen in zijn eigen land. Hij heeft daarover veel geschreven en zich zeer scherp gekeerd tegen de regering Orban.
Bij een van zijn laatste optredens in Berlijn voor A Soul for Europe, spraken wij elkaar kort met de belofte het gesprek in Amsterdam voort te zetten.
Het is er helaas niet meer van gekomen.

September 2019

Meer originele waarnemingen van György Konrád over Nederland en Amsterdam zijn te vinden in de uitgave Amsterdam (Van Gennep), o.a. te koop bij de Stadsboekwinkel Amsterdam.

Kom naar de opening van ‘On Friendship/(Collateral Damage) III’ in Lumen Travo op 7 september

Vrienden van Felix Meritis mogen de opening van onderstaand opmerkelijk project van ‘onze vrienden’ van Stichting Metropool Internationale Kunstprojecten, Linda Bouws en Joseph Sassoon Semah, op 7 september in Lumen Travo Gallery, gevolgd door een bijzondere avond op 12 september a.s. in het Goethe Institut Amsterdam niet missen. Het is de aftrap voor een reeks bijeenkomsten die vanaf het najaar op maar liefst 36 verschillende locaties zullen plaatsvinden.

On Friendship/(Collateral Damage) III – The Third GaLUT: Baghdad, Jerusalem, Amsterdam (7 september 2019-19 januari 2020) is an aesthetic and poetic research into the cities Baghdad, Jerusalem and Amsterdam, which has been conceived by artist Joseph Sassoon Semah and curated by Linda Bouws (Metropool International Art Projects). All these cities are said to have been tolerant at some time in their history, but how does that relate to ‘otherness’ and what does it mean today?

The project focuses on two lines of thought. The first is what Semah calls ‘The Third GaLUT’, the third Exile, a metaphor for disconnectedness. The second is ‘The Guest’ – someone who is allowed to live and work in a foreign context tests his surroundings by articulating his particular position in exile without any reservations. The Guest becomes Host. By this process Semah investigates one of the greatest achievements of human civilisation: hospitality. Joseph Sassoon Semah translates his cultural and visual heritage, and its subtext, into contemporary art. While doing so he reassesses and redefines lost heritages.

The project will translate the cultural heritage of Baghdad, Jerusalem, and Amsterdam, with the help of the different ‘Guests’, into a meaningful experience for a broad audience.

In On Friendship/(Collateral Damage) III – The Third GaLUT: Baghdad, Jerusalem, Amsterdam, Joseph Sassoon Semah shares his lost rich Babylonian cultural heritage and asks the public to review their own art, culture, traditions and identity. This will take place mainly in 36 public locations in Amsterdam.

There will be new pieces of art, performances, debates, lectures, round-table discussions, video-interviews, a publication in English, articles on diverse platforms, and a research report as well as a video report. Simultaneously in Amsterdam (The Hermitage), Baghdad (in front of the Meir Tweig Synangogue) and Jerusalem (Jerusalem Biennale 2019) a small house will be built: MaKOM in MaKOM.

On Friendship/(Collateral Damage) III – The Third GaLUT: Baghdad, Jerusalem, Amsterdam was realized in part with the support of AFK, BPD Cultuurfonds and Mondriaan Fonds.

For more information, please go to Rozenberg Quarterly and Joseph Semah. 

From a “divided” to an “enlarged” Europe: an assessment (1989-2019)

September Seminar 

2 – 6 September 2019 – Palazzo Verdi, via Pasolini 23, Ravenna, Italy 

Campus Ravenna of the University of Bologna offers this seminar in the framework of our Erasmus+ Summer University programme Strengthening European Identity through Education and Culture, and How to Manage It, in which six European institutions and universities work together on developing a joint curriculum for an English-language MBA in European Culture, Heritage and Citizenship.

Apply for the seminar before August 19th: l.ranieri@unitus.itdbc.convegni@unibo.it

What is it about? 

The Seminar’s aim is to reflect and try to draw up a double assessment: the first, thirty years after the fall of the Berlin Wall as a political symbol of the end of the long parenthesis that had
artificially divided Europe in two since the Second World War; the second, fifteen years after the great enlargement of the EU, institutional sign of this reunification.

Has this resulted in the structure of common European citizenship? What and how many
differences still separate the so-called “old” Europe from the so-called “new” Europe? Can
cultural heritage be a vehicle for building such citizenship? Is the widespread feeling of
Euroscepticism so closely linked to what factors? Political? Economical? Cultural? Ethical?
These are some of the questions that will be addressed by the interventions during the Seminar, which will have as its main objective to stimulate debate and actively involve all its participants.

Day 1 – 2nd, September (14-18) 

The crisis of “Euro-Western” political and juridical thinking.

The aim is to address, from the point of view of the history of political thought, the evolution of the European context and its criticalities once exposed to globalization 

  • E. Piras (Scuola Superiore S. Anna – Pisa)  A.K. Nardini Vida (SHC – Bologna Center)

Day 2 – 3rd, September (10-13; 15-18) 

European political cultures facing the new Europe 

The aim is to reflect on the evolution of traditional European political cultures and their  encounter/clash with those of the “new” Europe. 

  • G. Bernardini (FBK- Isig Trento)
  • M. Marchi (Università di Bologna)
  • G. Orsina (Luiss G. Carli – Roma) 

EU Regional policy & programmes for urban development: a local perspective 

E. Medeghini (Municipality of Ravenna – European Policy Office) 

Day 3 – 4th, September 

Areas of integration (part 1) h. 10-13 

Europe and its natural borders: the Mediterranean, the Adriatic, the Balkans and the Urals, across the Atlantic 

  • A.M. Medici (Università di Urbino) 
  • A. Neve (Università di Bologna) 

Empathy mapping to profile the concept of EU citizenship – h. 15-17.30 

The aim is to draw up, together with the students and on the basis of the suggestions /  reflections derived from the previous panels, a map of adjectives which can represent the concept of “European citizenship”. 

  • S. Teston (Fondazione Flaminia) 

Round Table – h.18-20 

Witnesses: those who have experienced the process of European integration from within 

  • Chair R. Balzani (Università di Bologna) 
  • S. Austen (permanent Fellow of Felix Meritis Foundation and A Soul of Europe) 
  • S. Holland (former Labour Member of Parliament, consultant, among others, to J. Delors on issues relating to the single European market) 
  • R. Prodi (President of the Commission 1999-2004) 
  • In the framework of ECHC.The commission cannot be held responsible for any use which 

Day 4 – 5th, September (10-13 e 15-18) 

Between austerity and cohesion policy: an assessment for the Europe of growth 

  • P. Ciocca (to be confirmed) 

M. A. Martin Ramos (Responsable de Asuntos Europeos y Delegado en Burselas de la Fundacion Academia Europea de Yuste) 

  • J. Van Zwieten (Rector Netherland Business Academy) 
  • P. Zagaglia (Università di Bologna) 
  • P. Magnatti (Specialist European Commission) 

Day 5 – 6th, September (10-13; 15-18) 

Areas of integration (part 2) 

Europe and its natural borders: the Mediterranean, the Adriatic, the Balkans and the Urals, across the Atlantic 

  • D. Pasquinucci (Università di Siena) 
  • M. Puleri (Università di Bologna) 
  • I. Agardi (Institute for Social and European Studies Foundation – Köszeg) 

From theory to praxis: an inclusive approach to act on the territories 

Starting from the ongoing process of urban regeneration regarding the Ravenna  “Darsena di città” (Docks), the aim is to give a possible practical shape to the adjectives  defined in Day 3, supporting, in so doing, a virtuous and critical dialogue between theory and praxis. 

  • S. Teston (Fondazione Flaminia) 
  • Scientific Committee: M. Marchi, M. A. Neve, M. Puleri, Teston, S. Mascia 
  • Organizer Committee: M. Bernabé, S. Burattoni, M. Marchi, S. Mascia, 
  • M. A. Neve, M. Puleri, L. Ranieri (tutor) 

Apply now! Deadline: 19th August 2019 / until all available places are taken. Applications are to be sended to: l.ranieri@unitus.it; dbc.convegni@unibo.it; 

Target audience: 

  • Students of the International Cooperation on Human Rights and Intercultural Heritage  second cycle Master’s Degree (Ravenna Campus – Bologna University): 20 places without tuition fee
  • Bachelor, Master and PhD students from other courses/Universities: 15 places, tuition fee 150€

Applications are to be sended to: l.ranieri@unitus.it; dbc.convegni@unibo.it. Please, specify if you are a student of the International Cooperation on Human Rights and  Intercultural Heritage Master or not.

Partners

Intensive Dutch Language Course

The Institute for Dutch Language Education (INTT), Universiteit van Amsterdam and The Amsterdam Summer University (AMSU) present the 2019 season of the intensive Dutch language course.

Why this language course?

Some reasons why you should consider applying to this course.

  • Applicants get a serious and exciting professional experience
  • A proven methodology is part of the success
  • This course only takes a few weeks
  • Working in small groups
  • Get to know locals and international newcomers
  • Broad diverse cultural program in Amsterdam
  • After successful completion you receive a certificate from the University of Amsterdam

The course fee for this program is € 1.195,-

Apply for this course

(You will be redirected to the AMSU website.)

Brief introduction of the levels offered

Level 1: Absolute Beginners: For students without any knowledge of Dutch whatsoever.

Level 2: Beginners: For students who do understand some Dutch but are (almost) incapable of making themselves understood in Dutch.

Level 3: Pre-intermediate: For students with a global understanding of simple everyday Dutch, capable of making themselves understood in simple everyday Dutch that is still full of mistakes.

Level 4: Intermediate: For students with a reasonable understanding of simple everyday Dutch and of Dutch used in the media, capable of making themselves understood in simple everyday Dutch with many mistakes.

Level 5: Pre-Advanced: For students with a good understanding of everyday Dutch and of Dutch used in the media. Capable of making themselves understood in everyday Dutch but with quite a few mistakes.

Level 6: Advanced: For those who have a thorough understanding of everyday Dutch and a good understanding of Dutch at an academic level. They can express themselves in spoken and written Dutch in most everyday and professional situations but still make systematic mistakes.

Those who have no problems understanding Dutch at an academic level are too advanced for these courses. This program is NOT meant for foreigners intending to do a regular 4 year-study at the University of Amsterdam. 

Language of instruction 

In the course for absolute beginners the language of instruction is English and Dutch. In the other courses, the language being used in the classroom is mainly or exclusively Dutch. 

Capacity 

Participants will be divided in groups of 14-18 persons according to the result of the assessment on the first day (please read below).  

Formation of groups

Registration Sunday 4th of August.

On the first day of the course (Monday the 5th of August 2019) each participant’s level of command of the Dutch language will be assessed to make sure everyone is placed in the appropriate group. If there are two or more groups on the same level, the groups will be formed as homogeneous as possible. In order to get familiar with the building and the language laboratory a guided tour will be part of the first day. If necessary, groups will be reshuffled after one or two weeks.  

Workload

The course lasts for three weeks. It involves four hours of teaching a day. The lessons are scheduled between 9 a.m. and 1 p.m. every day, apart from the Wednesdays in the 2nd and 3rd week. Participants are expected to do two or three hours of homework every day.

Location

All lectures are given in buildings of the University of Amsterdam, located in the historic centre of Amsterdam.

Course fee & Application

The course fee (€ 1195) covers all study material during the course (but not the textbooks mentioned below) and the pass for the language laboratory. Due to great demand for this course only immediate payment will secure your participation in this course. Reservations are not possible. 

Register and pay here!

(You will be redirected to the AMSU website.)

Welcome reception 

The complementary welcome reception will take place on Sunday 4th of August 2019 between 3-5 pm in a location to be announced in Amsterdam city centre. Lessons will start on Monday, 5th of August 2019 with the level assessment test. 

Certificate

On completion of the course a certificate of attendance will be given.

Description of the six levels of this course

Absolute beginners

For those without any knowledge of Dutch whatsoever.

Contents/Objectives
The main objectives of the course are: 
a) to help participants acquire a basic vocabulary of Dutch 
b) to enable participants to globally understand simple spoken and written Dutch 
c) to teach participants to make themselves understood in elementary spoken and written Dutch

Textbook
Heijne, N.C. e.a., CODE+ deel 1: 0-A1 / Basisleergang Nederlands voor anderstaligen, ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2018. ISBN 9789006978308 (textbook + voucher). Let op: derde druk, eerste oplage, 2018

Classroom activities
– watching video fragments; 
– listening to audio fragments;
– preparatory exercises for communicative tasks; 
– communicative exercises 

Beginners

For those who do understand some Dutch but are (almost) incapable of making themselves understood in Dutch.
Contents/Objectives
The main objectives of the course are: 
a) to help participants acquire a basic vocabulary of Dutch 
b) to enable participants to globally understand simple spoken and written Dutch 
c) to teach participants how to make themselves understood in elementary spoken and written Dutch

Textbook
Heijne, N.C. e.a., CODE+ deel 2: A1-A2 / Basisleergang Nederlands voor anderstaligen, ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2018. ISBN 9789006978339 (textbook + voucher). Let op: derde druk, eerste oplage, 2018

Classroom activities
– watching video fragments; 
– listening to audio fragments;
– preparatory exercises for communicative tasks; 
– communicative exercises

Pre-intermediate

For those with a global understanding of simple everyday Dutch, capable of making themselves understood in simple everyday Dutch that is still full of mistakes.
Contents/Objectives
The aim of the course is:
a) to help participants to extend a basic vocabulary of Dutch
b) to enable participants to understand simple spoken and written Dutch 
c) to teach participants how to make themselves understood, in speech as well as in writing

Textbook
Heijne, N.C. e.a., CODE+ deel 3: A2-B1 / Basisleergang Nederlands voor anderstaligen, ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2018. ISBN 9789006978360 (textbook + voucher). Let op: derde druk, eerste oplage, 2018

Classroom activities
– watching video fragments; 
– listening to audio fragments;
– preparatory exercises for communicative tasks; 
– communicative exercises

Intermediate

For students with a reasonable understanding of simple everyday Dutch and of Dutch used in the media, capable of making themselves understood in simple everyday Dutch with many mistakes.

Contents/Objectives
The aim of the course is:
a) to help participants to extend a basic vocabulary of Dutch
b) to enable participants to understand simple spoken and written Dutch in a variety of familiar contexts
c) to teach participants how to make themselves understood, in speech as well as in writing

Textbook
Heijne, N.C. e.a., CODE+ deel 3: A2-B1 / Basisleergang Nederlands voor anderstaligen, ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2018. ISBN 9789006978360 (textbook + voucher). Let op: derde druk, eerste oplage, 2018

Classroom activities
– watching video fragments; 
– listening to audio fragments;
– preparatory exercises for communicative tasks; 
– communicative exercises

Pre-Advanced

For students with a good understanding of everyday Dutch and of Dutch used in the media. Capable of making themselves understood in everyday Dutch but with quite a few mistakes.
Contents/Objectives
The aim of the course is:
a) to help participants to extend their vocabulary of Dutch
b) to enable participants to understand simple spoken and written Dutch in a variety of contexts
c) to improve their basic writing and speaking skills.

Textbook

Heijne, N.C. e.a., CODE+ deel 4: B1-B2 / Basisleergang Nederlands voor anderstaligen, ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2018. ISBN 9789006978391 (textbook + voucher). Let op: derde druk, eerste oplage, 2018

Classroom activities 
– listening to audio fragments; 
– watching video fragments; 
– discussion of written texts; 
– studying Dutch grammar with follow-up exercises; 
– speaking and writing exercises;
– conversation

Advanced

For those who have a thorough understanding of everyday Dutch and a good understanding of Dutch at an academic level. Participants can express themselves in spoken and written Dutch in most everyday and professional situations but still make systematic mistakes.

Contents/Objectives

The aim of the course is: To improve participants’ writing and speaking skills. Some attention will be paid to reading, listening and extending vocabulary.

Textbook

Heijne, N.C. e.a.,  CODE+ deel 4: B1-B2 / Basisleergang Nederlands voor Anderstaligen, ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2018. ISBN 9789006978391 (textbook + voucher). Let op: derde druk, eerste oplage, 2018 

Classroom activities

– listening to audio fragments
– watching video fragments
– discussion of written texts
– studying Dutch grammar with follow-ups exercises
– speaking and writing exercises
– conversation

Course admission

Admission: € 1195

The course fee includes the pass for the language laboratory at the course location and all course materials but DOES NOT include the textbooks. More info and questions: office@amsu.edu

Apply for this course

(You will be redirected to the AMSU website.)

Aspecten van ondernemerschap, eigenaarschap en leiderschap in toonaangevende initiatieven in het internationale (Europese) culturele, creatieve en toeristische bedrijf

⚠️ Let op: dit integratiecollege is verplaatst naar het najaar.

Er is een groeiende behoefte aan leiderschap en nieuwe inzichten binnen de culturele en creatieve sector. Daarom organiseren wij op 27 mei in het kader van de MBA Culture, Heritage & Citizenship (CHC) een interactief integratiecollege met Duncan Stutterheim.

Er is nog plaats voor enkele gemotiveerde belangstellenden.

Wanneer: maandag 27 mei 2019
Capaciteit: 6 personen
Tijdstip: 14:00 – 17:30 uur
Locatie: Weesperzijde 34 te Amsterdam
Thema: Aspecten van ondernemerschap, eigenaarschap en leiderschap in toonaangevende initiatieven in het internationale (Europese) culturele, creatieve en toeristische bedrijf
Prijs: € 192,50 (0 % btw)

Duncan Stutterheim

Op zijn achttiende richtte Stutterheim een koeriersbedrijf op. Een jaar later begon hij met zijn broer Miles, die in 2000 bij een auto-ongeluk om het leven kwam, een bedrijf om gabberhousefeesten te organiseren. Dat bedrijf groeide uit tot ID&T, Nederlands grootste organisator van dance-events en tevens platenlabel, horecaonderneming en mediabedrijf. Hij is ook bekend van zijn lerarenrol in het tv programma “Dream School”. Met zijn bedrijf ID&T organiseert Duncan Stutterheim sinds jaren feesten als Sensation, Thunderdome en Mysteryland. Eerst alleen in Amsterdam en tegenwoordig over de hele wereld, in 22 landen. In maart 2013 verkocht Stutterheim 100% van het bedrijf aan SFX Entertainment, een groot Amerikaans bedrijf. In 2015 wordt de IJ-prijs van de gemeente Amsterdam aan hem toegekend. Over zijn college Ondernemen in de culturele vrijetijdscultuur, risico’s in ondernemerschap, legacy, sustainability en impact. Wat zou ik volgende keer anders aanpakken? Lessen voor beginners en gevorderden.

Achtergrondinformatie

Met enige fantasie zou je de initiatieven waarover in dit integratiecollege gesproken wordt kunnen scharen onder de steeds toenemende festivalpraktijk. Hoewel het lijkt of die markt nog lang niet verzadigd is doemen er wel allerlei vragen op aan de horizon waarbij de continuïteit van festivals in het geding is. Wellicht het best te illustreren met de woorden die de Secretary General van de European Festival Association (EFA), Kathrin Deventer, onlangs uitsprak op een congres in Berlijn. Het thema was: is er een MBA CHC nodig voor de Europese festivalwereld? “It is not a given that arts festival managers -I will meet 240 of them in Lisbon for our arts festival summit-, that all of them are activists for Europe. […]. How can I save money on the artists that I am programming, how can I get more audiences to my festival, and how do I get more money? These are the three main questions that every festival maker somehow is busy with. So where does Europe come in? And where does this idea or the notion of a community come in? Where does a European community, very far away on the periphery, if I may use that word, come into play when we discuss their questions? […] I take that as a task for EFA. We have a responsibility on the meta level of different festival makers, to bring them together not only to speak about how to improve an artistic program, or to collaborate artistically, how to get more audiences, how to get more money, but to bring the discussion on the community we live in on a high level. Of course, that has a lot to do with citizenship, with the idea about citizenship, and with a new concept of audience development.” “We understood that that concept of citizenship is very remote even from, and I say even, from the arts and culture world, because of lack of practices, lack of knowledge, lack of information.”

Over de MBA Culture, Heritage & Citizenship

Onze MBA Culture, Heritage & Citizenship (CHC) en de internationale variant die nu in ontwikkeling is, de MBA European Culture, Heritage & Citizenship (ECHC), stellen deze vragen aan de orde. Volgens de initiatiefnemers is een (her)positionering van de culturele en erfgoedinstellingen geboden, al was het alleen maar om het contact met de burgers te verstevigen en daardoor een meer gedifferentieerd draagvlak te creëren in de civil society. Nieuwe allianties zijn noodzakelijk. Een visie op burgerschap is dan een vereiste.

Dit college is mede mogelijk gemaakt door

Kom op maandag 13 mei naar het integratiecollege over Arbeidsmarktoriëntatie met Ed Hagedorn, Melle Daamen en Ernst Veen

Er is een groeiende behoefte aan leiderschap en nieuwe inzichten binnen de culturele sector. Daarom organiseren wij op 13 mei een integratiecollege met drie experts uit het veld: Ed Hagedorn, Melle Daamen en Ernst Veen geven een interactief college.

In de ochtend een sessie met Ed Hagedorn (oud-directeur HRM De Baak) over jouw individuele positiebepaling in de dynamische arbeidsmarkt voor leidinggevenden.
Vervolgens een interactieve analyse op basis van inzichten, vergezichten en ervaringen onder leiding van Melle Daamen (oud-directeur Mondriaan Fonds en oud-directeur Stadsschouwburg Amsterdam) en Ernst Veen (oud-directeur Nieuwe Kerk en oprichter van De Hermitage aan de Amstel).

Dit integratiecollege wordt gegeven voor bijna afgestudeerden van de MBA Culture, Heritage & Citizenship. Er is nog plaats voor enkele gemotiveerde belangstellenden.

Voor een lunch wordt gezorgd.

Wanneer: maandag 13 mei 2019
Capaciteit: 7 personen
Tijdstip: 10:00 – 17:00 uur (inclusief lunch)
Locatie: Weesperzijde 34 te Amsterdam
Thema: Arbeidsmarktoriëntatie
Prijs: € 192,50 (0 % btw)

Aanmelden voor integratiecollege

Achtergrondinformatie

Achtergrondinformatie integratiecollege maandag 13 mei (uit: Verkenning arbeidsmarkt culturele sector 2016).

Over ‘ondersteuning talentontwikkeling en ondernemerschap’:

Met de bezuinigingen op cultuur in 2012 werd de nadruk vanuit de overheid meer gelegd op ondernemerschap in de culturele sector. Staatssecretaris Zijlstra van OCW maakte in 2012 circa 3,5 miljoen euro vrij voor het instellen van een Makelaar cultuurmecenaat en het Programma Ondernemerschap Cultuur, met het doel om in het vierde kwartaal van 2016 het ondernemerschap in de culturele sector versterkt te hebben. Speerpunten van het programma zijn:
■ Kennis van cultuur bij private financiers vergroten
■ Geef- en investeringsbereidheid vanuit de private sector laten toenemen
■ Financieringsmix van BIS-instellingen verbreden.
Minister Bussemaker maakte voor de periode 2014-2016 via de cultuurfondsen vijf miljoen euro vrij om jonge talenten ondersteuning op maat te bieden en drie miljoen euro om kunstenaars laagrentende leningen aan te bieden. Daarnaast dient er ruimte gemaakt te worden voor instellingen die meer mogelijkheden willen om talent te begeleiden.

Inmiddels is naar aanleiding van de reacties op dit rapport een heuse commissie ingesteld die belast is met het opstellen van een arbeidsmarktagenda en inmiddels is bevallen van een advies aan de regering. https://smacc.nl

Het merkwaardige feit doet zich voor dat in de arbeidsmarktverkenning nauwelijks gerept wordt over het begrip “cultureel ondernemerschap” dat toch ook wel in kringen van subsidiënten en adviseurs frequent gebezigd wordt en werd. Ook in de opzet van de arbeidsmarktagenda blijft de rol van aard en organisatie en dus de rol van leidinggevenden goeddeels buiten beschouwing. De vraag is dus of dit rapport niet onbedoeld de status quo in het reguliere cultuurbedrijf als een gegeven beschouwt en kennelijk niet verwacht dat de noodzaak tot (her)positionering en dus wijziging van verdienmodellen aan de arbeidsmarkt voor de culturele sector iets positiefs kan bijdragen.

De initiatiefnemers van de MBA opleiding Culture, Heritage & Citizenship zien echter een groeiende behoefte in de culturele markt voor leidinggevenden aan originele en weldoordachte interventies in de bestaande relaties met de omgeving waarin de culturele instelling zich beweegt. Juist met het oog op de continuïteit van de onderneming mag van “nieuwe” leidinggevenden verwacht worden dat zij, hoewel indirect, een steeds grotere rol kunnen spelen in de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt voor de culturele en creatieve industrie, maar zeker ook daarbuiten, met name op het gebied van burgerschapsvorming, waarvan zich inmiddels aansprekende voorbeelden aandienen.

Dit college is mede mogelijk gemaakt door

Vier met ons de Dag van Europa op donderdag 9 mei en discussieer mee tijdens De Schuttersmaaltijd in Pakhuis de Zwijger

Schutters waren burgers die vroeger de stad Amsterdam beschermden. Wij nodigen je graag uit om op 9 mei, in Pakhuis de Zwijger, aan te schuiven voor alweer de derde ‘Schuttersmaaltijd’ sinds 2016. Reserveer een plaats aan de tafel van jouw favoriete gespreksleider en praat met mede ‘schutters’ en andere burgers, onder het genot van spijs en drank. En dat, voor slechts 27,50 euro.

Ons streven is om actief burgerschap prominenter en zichtbaarder te maken, in Amsterdam, en in Europa. In het licht van de Europese verkiezingen is het tijd dat de burgers zélf daar het voortouw in nemen. Wat doe jij als actief burger, zowel professioneel als privé? Ben je geïnspireerd door de schutters uit de 17e eeuw? Ben je een waardig opvolger van de burgers die de Republiek hebben vormgegeven?

Aanmelden voor De Schuttersmaaltijd

Naar nieuwe verhoudingen met de kunstwereld

De kunstenaar en het kunstbedrijf als citizenship educators is het thema van de Schuttersmaaltijd 2019. Burgerschap brengt verantwoordelijkheden met zich mee. Welke bijzondere eisen stelt dat aan kunstenaars en kunstinstellingen en aan de medewerkers van die instellingen, ook buiten hun eigen domein?

Een officiële aanzet om te komen tot brede stimulering van actief burgerschap en de kunstwereld daarbij te betrekken is te vinden in een publicatie van de Raad voor Cultuur uit 2007. Dat was al rijkelijk laat. Al in de vroege jaren 80 van de vorige eeuw poneerde Ralf Dahrendorf zijn stelling: “Burgerschap, het nieuwe vraagstuk”. In 1987 introduceerde Anton Zijderveld het begrip staccato cultuur. Zijderveld beschrijft dit fenomeen als kenmerkend voor de moderne verzorgingsstaat: een neurotiserende, rusteloze, gehaaste, afmattende, permanent op productie gerichte samenleving zonder samenhang, zonder vloeiende overgangen, waarin vernieuwing een verlammend cliché is geworden en burgers continu worden overspoeld met verbrokkelde informatie.

En nu, meer dan tien jaar na het advies van de Raad voor Cultuur (nooit meer iets over gehoord) introduceert de Europese Commissie op voorspraak van de vergadering van Europese leiders in Göteborg in november 2017 als motto voor een aanzienlijke verhoging van de budgetten voor Education (Erasmus) en Culture (meer geld en nieuwe programma’s): Strengthening European Identity through Education and Culture, er kennelijk van uitgaand dat de culturele sector een dergelijke ambitie kan waarmaken. De kunst- en erfgoedwereld wordt aangesproken op haar rol en verantwoordelijkheden in de civil society, en wordt opgeroepen voortaan iets verder te kijken dan alleen het voortbestaan van de eigen instelling. Dat zal moeten leiden tot meer allianties met andere partners in de samenleving: onderwijs, wetenschap, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties.

Het interessante van deze opstelling is dat de EU, en eerder ook de Raad voor Cultuur, er kennelijk van uitgaat dat de kunstwereld deel uitmaakt van de civil society en derhalve niet alleen verantwoordelijk is voor het verzorgen van kunstproducties, maar ook aangesproken kan worden op de verbindingen die het kunstbedrijf aangaat met zijn omgeving.

Wie kun je verwachten?

Dit jaar zullen Justus de Visser, oud-ambassadeur Internationale Culturele Samenwerking bij het ministerie van BuZa en auteur van publicaties over Europa, en Bette Adriaanse, beeldend kunstenaar en schrijver, de introductie op het thema verzorgen.

Jarenlang diende Justus de Visser als diplomaat Nederland. Steeds stond de Europese integratie hoog op zijn belangstellingslijstje. Hij verbleef in Parijs, Rome, Moskou, Warschau en Wenen, maar was ook lange jaren werkzaam op het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag. Hij maakte talloze beslissende episodes in de Europese eenwording vanaf het midden van de jaren ’60 tot zijn pensionering in 2009 van zeer nabij mee. Weinigen overzien het geheel van de Europese integratie zo zeer als deze geboren Amsterdammer en keuze-Antwerpenaar. Na het grote succes van zijn eerste boek Europa – Dáárom!, dat in 2014 verscheen heeft De Visser nu een vervolgboek over het spanningsveld tussen het nationalisme en de Europese integratie geschreven: Spagaat óf balans. Populisme, Brexit, Catalonië, migratie en terrorisme, Turkije, Midden- en Oost-Europa, Rusland, Oekraïne, Georgië: ze komen allemaal aan bod in een veelomvattend panorama.

Bette Adriaanse is schrijver en kunstenaar, en mede-ontwikkelaar van een idee voor een serie Salons rondom wereldwijd actuele en relevante onderwerpen, met mensen uit verschillende vakgebieden en achtergronden. In de eerste salon, in Frankrijk, stond ‘Sharing Territory’ centraal. Dankzij de contacten die zij legde voor deze salons heeft zij een almaar groeiend internationaal netwerk opgezet.

Vervolgens wordt er in kleine kring gegeten en gediscussieerd onder leiding van één van de tafelheren/dames. Schrijf je nu in en kies aan welke tafel je wilt aanschuiven (6 personen per tafel): bij Linda Bouws, Tabo Goudswaard, Farid Tabarki, Chris Luth, Bette Adriaanse, Teun Gautier, Caroline Nevejan of Steve Austen .

Aanmelden voor De Schuttersmaaltijd

Uit: “Burger, een geschiedenis van het begrip ‘burger’ in de Nederlanden van de Middeleeuwen tot de 21ste eeuw” AUP 2002: “Nederland is een door en door burgerlijke samenleving. De samenlevingsvorm die hier sedert de middeleeuwen is ontstaan is doordesemd van het besef dat oplossingen voor problemen door burgers zelf moeten worden aangereikt. Dat vond in eerste instantie met name in de periode van de Republiek plaats in de steden en gewesten, in latere perioden vooral in de steden. In de huidige tijd wordt Burgerschap als volgt omschreven: De wijze waarop inwoners deel hebben en deelnemen aan de samenleving en zo die samenleving helpen vorm geven. Burgerschap heeft een politieke, een sociale, een culturele en een economische dimensie. Zij hebben betrekking op een uiteenlopende waaier aan (burger)plichten en deugden.”

Beeldmerk van de avond

Het beeldmerk van de avond is de door beeldend kunstenaar en mede-initiatiefnemer Tabo Goudswaard bewerkte Schuttersmaaltijd van Nicolaes Eliasz. Pickenoy uit 1632 die in de Hermitage hangt bij de Hollanders van de Gouden Eeuw. Tabo Goudswaard heeft de hoofden vervangen door witte vlekken, een uitnodiging om ons te verplaatsen in deze rijke witte mannen en hun rol als burgers van de stad Amsterdam in de zeventiende eeuw.

De initiatiefnemers: Egbert Fransen, Linda Bouws, Menno Heling, Farid Tabarki, Tabo Goudswaard en Steve Austen heten je graag welkom!

Internationale erkenning voor MBA Cultuur, Erfgoed en Burgerschap

Na de officiële certificering van de deeltijdopleiding MBA Culture, Heritage & Citizenship (CHC) door de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO), is er nu ook Europese bevestiging van de noodzaak van deze jonge masteropleiding. Een zestal Europese instellingen op het gebied van cultuur en hogeronderwijs hebben op initiatief van MBA CHC met succes een beroep gedaan op het Erasmus+ programma van de Europese Commissie om een gezamenlijk interdisciplinair Europees MBA CHC curriculum te ontwikkelen: MBA ECHC.

Erasmus+ prijst het initiatief als ‘uniek’ en ‘innovatief’: MBA ECHC biedt de mogelijkheid om met gerenommeerde internationale partners op Europees niveau kennis en ervaring te verzamelen en een belangrijke aanzet te geven voor een waarlijk Europees onderwijsprogramma, dat de vaardigheden en kennis uit de bedrijfskunde samenbrengt met die uit de kunst-, cultuur- en erfgoedsector. De Erasmus+ jury verwacht dat dit project ‘een belangrijke bijdrage gaat leveren aan de discussie over de relatie tussen erfgoed en EU burgerschap’ en daarmee de hele sector vooruit kan helpen.

Steve Austen ziet door deze Erasmus+ erkenning een impuls voor de internationale arbeidsmarkt voor culturele professionals: ‘Iedereen die zich realiseert dat de wereld van kunst- cultuur- en erfgoed steeds internationaler wordt en er nu al grote behoefte is aan all-round leidinggevenden, begrijpt dat de arbeidsmarkt voor mensen die kennis van culturele processen kunnen combineren met up-to-date zakelijk inzicht, schreeuwt om leidinggevenden met innovatieve inzichten.’

Actieve rol voor studenten

De huidige en komende lichting MBA CHC studenten in Nederland zullen hierbij actief participeren. Zo biedt MBA CHC een uitgelezen kans het eigen internationale netwerk optimaal te ontwikkelen en al tijdens de studie de internationale arbeidsmarkt te verkennen. MBA CHC en MBA ECHC hebben immers als doel de kwaliteit van het eindverantwoordelijk management in de brede internationale cultuur- en erfgoedsector te verbeteren. Austen: ‘Een erkende Europese Master in Business, Culture & Heritage geeft onmiddellijk toegang tot de markt van internationaal opererende organisaties in alle 28 lidstaten van de EU en daarbuiten. De ideale volgende stap in je carrière is een kwalitatieve uitbreiding van je netwerk en Europese ervaringen waar steeds meer vraag naar is.’

Alles is er op gericht vaardigheden en inzichten te ontwikkelen van reeds ervaren, leidinggevende professionals, consultants en ondernemers. Dit kan door eigen ervaring te combineren met een top MBA-opleiding toegespitst op de toenemende complexiteit van de vraagstukken in de culturele bedrijfstak.

Vierde lichting

De eerste intake en gesprekken voor de vierde lichting van het Nederlandse MBA CHC zijn reeds gehouden. Selectie houdt niet alleen rekening met vooropleiding en ervaring, maar ook met de toegevoegde waarde voor het (inter)nationale netwerk van studenten en docenten. De opleiding is opgezet door Amsterdam Summer University (AMSU) en The Netherlands Business Academy (NLBA) en is als gecertificeerde erfgoed-MBA deeltijdopleiding de enige in Europa.

Basis voor het netwerk

Deelnemers maken deel uit van een hoogwaardig kennisnetwerk dat, vooral ook na voltooiing van de opleiding, van onschatbare waarde zal zijn, zeker nu MBA CHC in Europees verband de eerste stappen zet. Gedurende het curriculum van twee jaar werken deelnemers en docenten in een relatief kleine groep samen en wordt de basis gelegd voor uitwisseling van kennis en participatie in netwerken en projecten, ook buiten het directe leermodel van de opleiding.

Het aantal gastdocenten bedraagt inmiddels een kleine dertig persoonlijkheden uit binnen- en buitenland. Daarvan hebben er vijftien het afgelopen cursusjaar een gastcollege gegeven.

Het oordeel van enkele deelnemers aan het MBA CHC

P.d.C., leidinggevende bij een middelgrote gemeente: “Culturele inhoud, managerial uitdagingen en fundamentele verdiepingsslag op zelfkennis op maat aangeboden; ik had deze studie graag eerder in mijn loopbaan willen volgen!”

J.B., directeur evenementen locatie/organisatie: “Deze master verschaft mij de broodnodige zakelijke basis om mijn ambities in de culturele en publieke sector waar te kunnen maken. Bovendien bieden de gastcolleges – door gerenommeerde cultureel ondernemers – veel verdieping, inspiratie en een fijne bijdrage aan mijn netwerk.”

A.v.K., leidinggevende bij gerenommeerde podiumorganisatie: “Deze opleiding zorgt voor de juiste verdieping en uitdaging. De combinatie met de zakelijke en algemene kanten van het bedrijfsleven in combinatie met cultureel ondernemen zorgt ervoor dat ik nu al het geleerde kan toepassen.”

Meer informatie via:

Menno Heling, menno@ifthenisnow.nl of 06-31974866

Initiatiefnemer van het MBA in Nederland Steve Austen is beschikbaar voor interviews. Maak een afspraak via steve@steveausten.nl

http://amsu.edu/en/course/14112/mba-culture-heritage-citizenship-4e-lichting-start-oktober-2017/

DINSDAG 9 MEI, Dag van Europa, Pakhuis de Zwijger, 18:30, Schuttersmaaltijd en debat

Dag van Europa: Day of the European city and its citizens (Naar een idee van Steve Austen)

(Geïnspireerd op een brief- en gedachtewisseling met burgemeester Eberhard van der Laan, die inmiddels heeft toegezegd dat wij op zijn steun kunnen rekenen)

Een bijeenkomst in Pakhuis de Zwijger op 9 mei 2017 als vervolg op de eerste aldaar georganiseerde ontmoeting, precies een jaar geleden, waaraan 25 mensen deelnamen (verslag). Deze jaarlijks terugkerende uitwisseling van ideeën staat in het teken van de rol die de Amsterdamse burgers van oudsher hebben gespeeld en ook nu nog spelen in de vormgeving van de stedelijke samenleving. De verschillende vormen van ondernemend burgerschap die Amsterdam zo uniek maken worden nader uitgediept en gepresenteerd. Zo zal onder meer worden stilgestaan bij de rol van de grote Amsterdammers, persoonlijkheden die door hun maatschappelijke positie en persoonlijke welstand de stad een boost hebben gegeven. Hierbij valt te denken aan de weldoeners Samuel Sarphati en Adolf Wilhelm Krasnapolsky. Maar ook aan personen die de samenleving blijvend veranderd hebben zoals Aletta Jacobs, Jan Schaefer en Joke Smit.

Voor deze tweede bijeenkomst worden de 25 oorspronkelijke deelnemers verzocht ieder een gast mee te nemen, liefst van een andere generatie en uit een andere ervaringswereld, zodat dit platform voor het beleven van modern actief burgerschap jaarlijks organisch groeit en als zodanig een rol kan spelen in de opmaat naar Amsterdam 750 in 2025. Het ligt in de bedoeling de komende jaren nader aandacht te besteden aan de rol van onder meer:

  • de genootschappen, waaraan o.m. Felix Meritis en het Concertgebouw hun ontstaan te danken hebben
  • de initiatieven gericht op opvoeding en vorming
  • de informele initiatieven gericht op ondersteuning van mensen in nood en personen die hier toevlucht zoeken
  • de initiatieven gericht op maatschappelijke en bestuurlijke vernieuwing
  • de initiatieven die zich bezig houden met burger media
  • de initiatieven gericht op kunst en cultuur
  • de initiatieven gericht op kennis en wetenschap
  • de initiatieven gericht op pioniers en innovatie
  • de initiatieven gericht op goede doelen

Al deze initiatieven, waarvan de eerste voorbeelden te vinden zijn in de 16e en 17e eeuw, zijn te danken aan samenwerkingsvormen tussen gelijkgestemde burgers. Het gaat om kleinere of grotere verbanden van ondernemende burgers die taken op zich nemen die veelal, maar niet uitsluitend, naast hun hoofdberoep of bezigheid veel tijd en aandacht vragen. Het is deze min of meer vanzelfsprekende pioniersgeest, gepaard aan onbaatzuchtigheid die, ook nú, de levenskracht van Amsterdam uitmaakt.

Voor de bijeenkomst op 9 mei 2017 vragen we een drie- tot viertal aansprekende personen uit diverse beroepsgroepen die hun zeer persoonlijke visie zullen geven op wat burgerschap voor hen betekent in hun dagelijks leven. De volgende vragen kunnen hierbij aan de orde komen:

  • Hoe beïnvloedt het denken van de Hollandse Verlichting hun perceptie van de samenleving en welke mogelijke kansen en gevaren zien zij?
  • Is de erfenis van het Amsterdamse burgerschap uit de 17e eeuw terug te vinden in het denken en handelen van burgers en politici en in hoeverre verhoudt de geglobaliseerde werkelijkheid zich tot deze idealen?
  • Wat is de relatie met Democratie en Rechtsstaat?

Er wordt gestreefd naar een samenwerking met een zich steeds uitbreidende reeks partners naast de initiatiefnemers Pakhuis de Zwijger, Stichting Felix Meritis Foundation en mediapartner en ifthenisnow.eu. Inmiddels worden met enkelen vruchtbare gesprekken gevoerd over toetreding tot dit initiatief.

Thema en motto van de tweede bijeenkomst op 9 mei 2017

Naar een Observatorium voor Europees Burgerschap? (te openen tijdens Amsterdam 750 in 2025)

Op zoek naar de nieuwe ‘Stadhouders’ (werktitel)

Waarom?

Het lijkt wel of mensen steeds minder goed zijn in samenleven. Er zijn weinig plekken waar personen uit verschillende bevolkingsgroepen, andere achtergronden of met zeer verschillende maatschappelijke posities elkaar nog ontmoeten en op een constructieve manier van mening verschillen of van elkaars kennis en inzichten profiteren. Met als gevolg een toenemend gevaar van splendid isolation: de idee dat eigen oplossingen voor gelijkgestemden universele waarde hebben.

Leven in een bubble en alleen nog gelijkgezinden ontmoeten (Bert Wagendorp in de Volkskrant van 4 maart 2017: “de nieuwe zuilen”), kan leiden tot toenemende polarisatie tussen personen en groepen in de samenleving. Voor zover dat gepaard gaat met spanningen of ogenschijnlijk tegengestelde belangen wordt er gekeken naar overheden en politiek om deze situatie(s) op te lossen. Dit lukt niet met als gevolg dat de persoonlijk gevoelde onvrede zich uit in cynisme en wantrouwen tegen de overheden, en dat de roep om eenvoudige oplossingen voor complexe problemen toeneemt. Dat leidt tot de Trump-stem in Amerika, de Brexit-stem in Europa, de PVV-stem in Nederland. Heel begrijpelijk omdat immers de overheid, in tegenstelling tot enige decennia geleden, bezig is met een omvangrijke terugtrekkende beweging en bovendien er blijk van geeft geen regie te hebben op processen die samenhangen met de globalisering. Onder de noemer participatiesamenleving probeert de overheid het eigenaarschap van steeds ingewikkelder wordende collectieve vraagstukken in de handen van burgers te leggen.

Geen verantwoordelijkheid voelen of zelfs de schuld geven aan de overheid voor zaken die niet goed gaan, is het tegenovergestelde van wat wij verstaan onder Burgerschap*. Er wordt in zo’n geval namelijk voorbij gegaan aan het feit dat iedere burger mede verantwoordelijk is voor de publieke zaak en zélf de overheid instelt.

Tegelijkertijd is er vanuit de overheid het besef dat het contact met de burger verloren is geraakt en is men naarstig op zoek naar manieren om deze relatie te repareren. Kortom: een samenhangend aantal factoren die tot de volgende paradoxen leiden:

  • de overheid wil meer verbinding met de burger maar trekt zich terug
  • de burger wil dat er quick fixes van de overheid voor zijn problemen komen, maar maakt de overheid vleugellam met een tegenstem

Burgerschap

Wij gaan uit van het besef dat in een democratische samenleving de burgers de samenleving zíjn. Allen zijn expert op het gebied van het eigen dagelijks leven. Vanuit burgerschap zal het samenleven vormgegeven moeten worden. We geloven in beter samenleven wanneer burgers zich meer bewust zijn van de verantwoordelijkheid voor het collectieve, bereid zijn initiatieven te nemen voor het publieke, zich mede-eigenaar te voelen van het algemene of zich zelfs als maker van het gemeenschappelijke te manifesteren. Deze mentaliteit leidt op termijn tot een meer actieve, hopelijk interactieve en weerbare samenleving die zich niet makkelijk de wet laat voorschrijven, of alle heil van de overheid verwacht. Daar hoort niet een terugtrekkende overheid bij, maar een aanjagende.

Daarom onderzoeken we welke randvoorwaarden er nodig zijn om het individu de mogelijkheid te bieden zich te ontplooien als mede-vormgever van de eigen omgeving en daarmee van de wereld. Ons streven is om burgerschap prominenter en zichtbaarder in alle maatregelen van de EU en lidstaat Nederland alsmede van Amsterdam, naar voren te laten komen. De EU zal zich moeten gaan omvormen tot een betekenis-gevende organisatie door Europees burgerschap niet alleen in verdragen vast te leggen, maar te herkennen en te gaan belonen.

Uit: “Burger, een geschiedenis van het begrip ‘burger’ in de Nederlanden van de Middeleeuwen tot de 21ste eeuw”, AUP 2002:

“Nederland is een door en door burgerlijke samenleving. De samenlevingsvorm die hier sedert de middeleeuwen is ontstaan is doordesemd van het besef dat oplossingen voor problemen door burgers zelf moeten worden aangereikt. Dat vond in eerste instantie met name in de periode van de Republiek plaats in de steden en gewesten, in latere perioden vooral in de steden. In de huidige tijd wordt Burgerschap als volgt omschreven: De wijze waarop inwoners deel hebben en deelnemen aan de samenleving en zo die samenleving helpen vorm geven. Burgerschap heeft een politieke, een sociale, een culturele en een economische dimensie. Zij hebben betrekking op een uiteenlopende waaier aan (burger)plichten en deugden.”

Wij willen ons vooral focussen op de actieve en daarmee impliciet meer politieke en constitutionele variant van burgerschap. Het gaat dan onder meer om initiatiefrijk zijn, verantwoordelijkheid nemen en op je initiatieven aangesproken/afgerekend kunnen worden. Pioniersgeest en onbaatzuchtigheid. Initiatief met branie. Lak aan belemmerende regels. Amsterdammers die ons hierin zijn voorgegaan zijn onder andere Aletta Jacobs, Jan Schaefer, Samuel Sarphati, Joke Smit en Adolph Wilhelm Krasnapolsky.

Wij laten hier andere vormen van burgerschap zoals vrijwilligerswerk buiten beschouwing. Hoe belangrijk en noodzakelijk voor een bloeiende samenleving het ook is, het is niet hetzelfde als dit burgerschap. Het mist een innovatieve insteek, de noodzakelijke intellectuele diepgang en het besef dat dit een politieke actie is. Er hoort ook altijd bij dat je vuile handen maakt.

Hoe?

We zien mensen teruggrijpen op nationale symbolen en vermeende identiteiten en de veronderstelde algemeen geldende betekenis voor de categorie ‘ons soort mensen’ verdedigen ten koste van ‘de ander’. We zien dat deze hokjesgeest niet bijdraagt aan constructieve omgangsvormen en zijn beste tijd gehad heeft in de hoogtijdagen van de Nationale Staat. Die tijd is onmiskenbaar voorbij, het romantiseren hiervan leidt tot allerlei onproductieve conflicten.

Er zijn drie manieren om dit te doorbreken:

  1. de betekenis van bestaande categorieën ter discussie te stellen
  2. de bestaande categorieën te nuanceren en andere manieren van categoriseren onder de aandacht te brengen
  3. hele nieuwe categorieën te bedenken en die te laden met betekenis

Strategie 1. benutten we op de volgende manier: het begrip Burgerschap zoals dat nu wordt beleefd, zullen we verrijken. Vanuit historisch perspectief werken aan de bewustwording dat burgerschap de stad zoals deze nu is, gevormd heeft.

Strategie 2. benutten we als volgt: we kiezen voor de stad i.p.v. het land als eenheid waarin het begrip Burgerschap zich opnieuw kan uitvinden. Dit zien we terug in de beweging van de vele voorbeelden van social entrepreneurs, de zogenaamde Stadsmakers.

Strategie 3. benutten we op de volgende manier: We schetsen een toekomstig beeld van de overtreffende trap van burgerschap onder de voorlopige werktitel: Stadhouderschap. We schetsen een beeld van het nieuwe Stadhouderschap als mogelijke toekomst met als bedoeling een co-creatief proces aan te jagen met zoveel mogelijk verschillende mensen/partijen om samen te onderzoeken wat de belofte is van deze nieuwe categorie. Dit heeft als voordeel dat het niet tot polarisatie tussen verschillende soorten mensen leidt. Het is zelfs een pré als burgers met zeer verschillende achtergrond en werk- en leefomgeving (zoals we die nu kennen) samen deze ontdekkingstocht aangaan. Ze brengen stuk voor stuk verschillende expertise mee. Andersdenkend en verschillend zijn is een noodzaak voor een kwalitatieve uitkomst.

Voor de duidelijkheid: een nieuwe gemeenschappelijkheid is niet het doel hiervan. Niet de overeenkomsten zoeken, maar het zoeken naar een nieuwe vorm van actief burgerschap vanuit het anders en verschillend zijn is de zoektocht.

Wat?

9 mei Dag van Europa

We ambiëren een avondvullend programma dat begint met een gezamenlijk diner (schuttersmaaltijd), aan verschillende ronde tafels.

Hier vinden gesprekken plaats aan de hand van korte inleidingen van de korte (plenaire) inleidingen van de tafelheren/dames.

Na verloop van tijd zal de moderator vragen wat de verschillende discussies hebben opgeleverd en zal feedback met de zaal volgen. E.e.a. zal stof voor reflectie en analyse opleveren ter voorbereiding van volgende bijeenkomsten.

  • We verbinden burgers aan elkaar die normaal gesproken niet met elkaar in contact komen. We geven educatie over burgerschap met als gevolg meer bewustwording over wat burgerschap betekent.
  • We introduceren de stad als domein waarin het begrip burgerschap gestalte gaat krijgen.
  • We presenteren het fenomeen van ‘de nieuwe stadhouder’**. We vragen verschillende sprekers of ze willen reflecteren op dit nieuwe begrip.
  • We vragen ze welk vraagstuk in de stad op dit moment dringend een stadhouder nodig heeft.
  • Wie zijn de stadhouders en/of ‘bijna-stadhouders’ van dit moment. Wat missen ze nog?
  • Wat zijn de kwaliteiten die een stadhouder in zich moet hebben?
  • Is dit stedelijk altruïsme een aantrekkelijk handelingsperspectief voor mensen met kennis, geld, macht, netwerken of andere middelen? Hoe kan de gemeente zich tot ‘de nieuwe stadhouder’ gaan verhouden?
  • We zullen een vormentaal ontwikkelen die past in het verlengde van de “Schutters”stukken zoals die te zien zijn geweest in het Amsterdam Museum / Hermitage

Deze bijeenkomst kunt u zien als een eerste stap in een meerjarig programma. Het onderwerp “actief burgerschap” is voortdurend in beweging. Elk jaar op 9 mei vindt er een update plaats.

Deze bijeenkomst is een prototype: in een eerste test proberen we te ondervinden wat de waarde hiervan zou kunnen zijn. Het is onaf, betrokkenen worden expliciet uitgenodigd mee te denken over de belofte van ‘De nieuwe stadhouder’.

Locatie: Pakhuis de Zwijger.

De werkgroep bestaande uit Tabo Goudswaard, Farid Tabarki, Linda Bouws, Egbert Fransen, Charlot Schans, Menno Heling en Steve Austen ziet uit naar uw komst.

Tot ziens op dinsdag 9 mei in PdZ.

A Soul for Europe Conference 2016, 8 and 9 November 2016

at Allianz Forum, Pariser Platz 6, 10117 Berlin, Germany

Bearing the title Cultural Identities on the Move, the conference will react to the current European challenges in a creative way and draft proposals for intensified cooperation between politics and civil society in the cities and regions of Europe. Since its first edition in 2004, the conference has aimed at integrating culture more strongly into the complex process of European integration, revealing the centrality of culture as its creative motor. We thus invite committed European citizens, intellectuals, artists, politicians, representatives from NGOs, economy and the media to join us in the debate. More than ever, Europe has to become the Europeans’ cause!

Please mark the date in your agenda and join us in Berlin! Invitations with a registration link will be sent shortly.

The conference will be jointly organized, prepared, and funded with the Allianz Cultural Foundation, the conference’s partner since 2004, as well as the Evens Foundation, Goethe Institut, traduki / S. Fischer Foundation and the initiative “Cities for Europe” at Stiftung Zukunft Berlin. European Parliament has been involved with “A Soul for Europe” from the beginning and since 2014 has taken on the patronage of the conference.

Please visit our conference website for further information.

Check out the media section for photos, videos and documents of our events and current topics, and get in touch with us on Facebook and Twitter.

Dag van het Europees Stedelijk Burgerschap

Op 9 mei j.l. vond de kickoff plaats van het netwerk rond burgerschapsinitiatieven en hun belang voor de ontwikkeling van de Europese stad. Op initiatief en naar een idee van Steve Austen, debatteerde een select gezelschap over de waarde van een Dag van het Europees Stedelijk Burgerschap en hoe deze in 2017 te realiseren.

De eerste van een jaarlijks terugkerende ‘Europadag van de Burger’ moet in 2017 gaan over de rol die de Amsterdamse burgers van oudsher hebben gespeeld en ook nu nog spelen in de vormgeving van de stedelijke samenleving. De voorlopige opzet voorziet in een bijeenkomst in alle zalen van Pakhuis De Zwijger op de Dag van Europa, dinsdag 9 mei 2017. Met de kickoff van 9 mei en de vele suggesties van de aanwezigen daarbij is de basis voor deze dag gelegd.

Achtergrond
Oorspronkelijk was het de bedoeling om al tijdens het NL /EU voorzitterschap Amsterdam ten voorbeeld te stellen voor de andere lidstaten. De rol van het particulier initiatief als uitdrukking van actief burgerschap is immers kenmerkend voor Amsterdam. Dit plan werd in het voorjaar 2015 aan burgemeester Van der Laan gepresenteerd als de verborgen goudschat van Amsterdam: Van de genootschappen, waaraan o.m. Felix Meritis en het Concertgebouw hun ontstaan te danken hebben, initiatieven gericht op opvoeding en vorming, op maatschappelijke en bestuurlijke vernieuwing, op pioniers en innovatie, nijverheid en handel tot initiatieven gericht op goede doelen.

Programmering
De kwaliteit van Europa zit in de levenskwaliteit van haar steden. Iedere Europese stad is weer anders, ook Amsterdam is uniek, zowel in zijn geschiedenis als huidige initiatieven. Zo zal op de eerste Dag van het Europees Stedelijk Burgerschap onder meer worden stilgestaan bij de rol van de grote Amsterdammers, veelal met een migranten achtergrond, persoonlijkheden die door hun maatschappelijke positie en persoonlijke welstand de stad een boost hebben gegeven.

Bij het selecteren van hedendaagse burgerschapsprojecten gaan de  initiatiefnemers op zoek naar de impliciete en intrinsieke democratische waarden, hoe deze vorm te geven  en op grotere schaal te testen. De thema’s liggen voor het oprapen. En de Europese energie en diversiteit moeten als onmisbare innovatieve kracht erkend worden.

Advies aan de gemeente
De startgroep gaf Steve Austen en indirect ook burgemeester Van der Laan nog een waardevolle suggestie mee om nu eens geen partnersteden in de ‘usual suspects’ als Parijs, Berlijn en London te zoeken maar ons meer te richten op steden als Athene. Om in 2017 te slagen in de opzet, moet Amsterdam kiezen voor diversiteit en inclusiviteit en daarbij ook mensen van buiten Europa uitnodigen om als deelnemer en spreker te participeren.

Lees het hele verslag van de meeting hier.

Meer informatie en contactgegevens:
Steve Austen: steve@steveausten.nl tel: 06-22211563
Egbert Fransen: egbert@dezwijger.nl
Farid Babarki: farid@studiozeitgeist.eu
Mediapartner: if then is now (menno@ifthenisnow.nl)

Dag van de Europese stad en haar burgers

Op 9 mei j.l. vond de kickoff plaats van het netwerk rond het oer-Nederlandse fenomeen van het particulier initiatief, de meer recente verschijningsvorm van burgerschapsinitiatieven en hun belang voor de ontwikkeling van de Europese stad. Op initiatief en naar een idee van Steve Austen, debatteerde een select gezelschap over de waarde van een Dag van het Europese Stedelijke Burgerschap en hoe deze in 2017 gerealiseerd zou kunnen worden.

De eerste van een jaarlijks terugkerende ‘Europadag van de Burger’ moet in 2017 gaan over de rol die de Amsterdamse burgers van oudsher hebben gespeeld en ook nu nog spelen in de vormgeving van de stedelijke samenleving. Op die dag zullen verschillende vormen van ondernemend burgerschap die Amsterdam zo uniek maken nader worden uitgediept en gepresenteerd. Steve Austen nam dit initiatief omdat hij steeds meer overtuigd raakt van de belangrijke rol die steden in de Europese beschavingsgeschiedenis hebben vervuld en ook nu kunnen spelen bij het zichtbaar maken van een verbindende ‘Europese ziel’ en de rol die actieve burgers daarbij op zich kunnen nemen in de vorm van informeel en formeel particulier initiatief en daarmee anderen en de politieke klasse kunnen motiveren en stimuleren.

De kwaliteit van Europa zit in de levenskwaliteit van haar steden. Iedere Europese stad is weer anders, ook Amsterdam is uniek, zowel in zijn geschiedenis als de huidige initiatieven. Zo zal op de eerste Dag van het Europese Stedelijke Burgerschap onder meer worden stilgestaan bij de rol van de grote Amsterdammers,veelal met een migranten achtergrond, persoonlijkheden die door hun maatschappelijke positie en persoonlijke welstand de stad een boost hebben gegeven. Hierbij valt te denken aan de weldoeners Samuel Sarphati en Adolf Wilhelm Krasnapolsky.

In zijn uitnodiging, die mede namens Egbert Fransen van Pakhuis de Zwijger en Farid Tabarki, mede fellow van Felix Meritis Foundation was gesteld, geeft Austen een aantal (historische en actuele) voorbeelden van de domeinen die er om vragen om voor het voetlicht gebracht te worden. Hopelijk worden daardoor meer mensen zich bewust van de enorme inspiratiebron die het Amsterdamse particulier initiatief kan zijn en het burgerschap in Amsterdam voor de stad, het land en Europa betekent. Oorspronkelijk was het de bedoeling om al tijdens het NL /EU voorzitterschap Amsterdam ten voorbeeld te stellen voor alle andere lidstaten. De rol van het particulier initiatief als uitdrukking van actief burgerschap is immers kenmerkend voor Amsterdam. Dit plan werd in het voorjaar 2015 aan burgemeester Van der Laan gepresenteerd als de verborgen goudschat van Amsterdam: Van de genootschappen, waaraan o.m. Felix Meritis en het Concertgebouw hun ontstaan te danken hebben, initiatieven gericht op opvoeding en vorming, op maatschappelijke en bestuurlijke vernieuwing, op pioniers en innovatie , nijverheid en handel tot initiatieven gericht op goede doelen.

Bij al deze initiatieven gaat het steeds om groepen gelijkgestemde burgers (communities). Het zijn ieder op hun eigen wijze de elites (sub-culturen) van Amsterdam, kleinere of grotere groepen ondernemende burgers die taken op zich nemen die veelal, maar niet uitsluitend, naast hun hoofdberoep of bezigheid veel tijd en aandacht vragen. Het is deze min of meer vanzelfsprekende pioniersgeest gepaard aan ondernemerszin en onbaatzuchtigheid die, ook nú, de levenskracht van Amsterdam uitmaakt, aldus Austen.

Programmering eerste Dag van het Europese Stedelijke Burgerschap
Verschillende instellingen en initiatieven zullen in de aanloop naar 2017 betrokken worden bij de realisering van deze Dag van het Europese Stedelijke Burgerschap. De voorlopige opzet voorziet in een bijeenkomst in alle zalen van Pakhuis De Zwijger, op de Dag van Europa, dinsdag 9 mei 2017. Met de kickoff van afgelopen week en de vele suggesties van de aanwezigen daarbij is de basis voor deze dag gelegd.

Moderator Farid Tabarki las zijn recente FD-column over stedelijke initiatieven in een Europese context voor waarin hij het onvermogen om grote Europese verhalen te vertellen koppelde aan de energie die kleurrijke lokale initiatieven te bieden hebben. Deze vind je met name in de grote stad waar concrete oplossingen en creativiteit in overvloed aanwezig zijn. Zijn column eindigt met de oproep om deze lokale initiatieven te verbinden op Europees niveau. Tabarki onderschrijft het belang van stedelijke netwerken. Deze koppeling tussen het lokale en het Europese werd beaamd door meer deelnemers: verbindingen leggen van sub-culturen onderling en via ambassadeurs een nieuw perspectief bieden, te beginnen op de Dag van het Europese Stedelijke Burgerschap. De uitdaging ligt in het elkaar stimuleren en als laboratorium van verbeeldingskracht samen een dag te organiseren die het hele jaar zijn uitwerking behoudt.

Ervaringen Pakhuis de Zwijger
Egbert Fransen is met Pakhuis de Zwijger al enige jaren zeer actief als het gaat om stedelijke ontwikkelingen en het bieden van een podium voor burgerinitiatieven. Op www.StedeninTransitie.nl brengt Pakhuis de Zwijger mensen samen die de stad maken. ‘Stadmakers’ worden ze genoemd. Het netwerk van Stadmakers ontmoet elkaar regelmatig offline in stadexpedities steden buiten Amsterdam. Het netwerk dat zich kenmerkt door hoogwaardige belangstelling, verbeeldingskracht en positivisme, richt zich naast Nederlandse steden (35 stadsambassades) met name op Europese (hoofd)steden (28 stadsambassades) om zo het lokale te verbinden en te delen op de hoofdthema’s cultuur, democratische vernieuwing en wetenschap. Charlot Schans van Pakhuis de Zwijger nodigde alle deelnemers uit voor de Stadmakers Summit van 27-30 mei 2016 om inspiratie op te doen, en te reflecteren op de publieke waarde van deze en soortgelijke projecten.

Nog meer suggesties
Een heldere definitie van de toegevoegde maatschappelijke waarde van de deelnemende initiatieven in 2017 zal zeker nodig zijn om projecten te vinden en te selecteren. Immers, particuliere initiatieven zijn per definitie ‘uitsluitend’, of het nu gaat om krakersbeweging of abonnementen op het Concertgebouw. Ga met de Dag van het Europese Stedelijke Burgerschap op zoek naar de impliciete en intrinsieke democratische waarden, hoe deze vorm krijgen en op grotere schaal getest kunnen worden.

Wat volgens Steve Austen ons als Europese burgers zo uniek maakt en ons voor velen van buiten de EU aantrekkelijk maakt, is het grondwettelijk recht van de Vrijheid van Vereniging en Vergadering. Maarten Meijer had deze jalousie nog onlangs opgemerkt op een van zijn buitenlandreizen. Suggesties om zelfbewuster te zijn en dit belangrijke aspect van ons Europese burgerschap naar buiten te demonstreren kunnen de Dag van het Europese Stedelijke Burgerschap bijzonder aantrekkelijk maken.

Burgerschap werd ook gedefinieerd als co-ownership en daarmee als verantwoordelijkheid om een deel van ons domein dat we hebben uitbesteed aan de overheid terug te claimen. In de 17e eeuw al zat de overheid dicht tegen het particulier initiatief aan en vice- versa. De burgers van nu zijn best in staat om een deel van die activiteiten weer terug te halen door hun kwaliteit van leven, hun kennisvoorsprong op sommige terreinen, hun internationale informele netwerken en mate van vrijheidsbesef. Een andere rol voor de overheid ligt voor de hand, waarbij minder controle en meer ruimte voor eigen initiatieven op zijn plaats is.

De thema’s liggen voor het oprapen. Een goede selectie om de eerste Dag te laten slagen is wel van belang. Het moet gaan over onze verworvenheden (count your blessings; al zo lang geen oorlog) en de menselijke maat (klein beginnen en opschalen en delen) en daarbij de Europese energie en diversiteit erkennen als onmisbare innovatieve kracht .. Tevens is de uitdaging om binnen een veelheid aan bloeiende initiatieven een gedeeld ‘mechanisme’ als een format of wellicht model te herkennen en te beschrijven. Succesformules kun je extrapoleren, verder ontwerpen en delen (ook exporteren naar buiten Nederland en Europa) zodat deze ook elders bottom up kunnen gaan groeien.

De startgroep gaf Steve en indirect ook burgemeester Van der Laan nog een waardevolle suggestie mee om nu eens geen partnersteden in de ‘usual suspects’ als Parijs, Berlijn en London te zoeken maar ons meer te richten opsteden als Athene. Om in 2017 te slagen in de opzet, moet Amsterdam kiezen voor diversiteit en inclusiviteit en daarbij ook mensen van buiten Europa uitnodigen om als deelnemers en spreker te participeren. Steve Austen onderstreepte het belang van ons aller individuele inbreng bij het slagen van het Europese concept en dus ook de Dag van het Europese Stedelijke Burgerschap, zowel praktisch als in dialoog waarbij we onze initiatieven etaleren en delen met anderen.

Tabarki vatte samen met drie vragen: Nemen we de ruimte in onze steden zoals we die nu ervaren (initiatief)? Gunnen we elkaar die ruimte (inclusiviteit)? en Welke ruimte willen we creëren (prototypen en vormgeven)? Kortom, veel te doen voor de initiatiefnemers.

Contactgegevens

Steve Austen: steve@steveausten.nl
Egbert Fransen: egbert@dezwijger.nl
Farid Tabarki: farid@studiozeitgeist.eu
Mediapartner: if then is now (menno@ifthenisnow.nl)